Bevolking en ruimte wit + blauw

Keuze 1

Expert groepjes
In groepjes van 4/5 gaan jullie expert worden over een van de leerdoelen. 
Tijd: 30 min. expert worden
Hoe: met elkaar via de portal
Klaar: wissel informatie met elkaar uit

*Na 40 min. Gaat 1 expert naar een ander groepje en word alles in +/- 5 minuten uitgelegd.
Keuze 2

We gaan met elkaar een openboek evaluatie doen.
Bij elke vraag ga je het antwoord zoeken in de portal. De twee tallen worden gevormd dmv het wiel.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Keuze 1

Expert groepjes
In groepjes van 4/5 gaan jullie expert worden over een van de leerdoelen. 
Tijd: 30 min. expert worden
Hoe: met elkaar via de portal
Klaar: wissel informatie met elkaar uit

*Na 40 min. Gaat 1 expert naar een ander groepje en word alles in +/- 5 minuten uitgelegd.
Keuze 2

We gaan met elkaar een openboek evaluatie doen.
Bij elke vraag ga je het antwoord zoeken in de portal. De twee tallen worden gevormd dmv het wiel.

Slide 1 - Tekstslide

Bij welke bevolkingspiramide is er sprake van een lichte sterfteoverschot?

Slide 2 - Open vraag

Bij welke fase hoort welke bevolkingspiramide? Sleep deze naar de juiste fase. 
Piramide
Toren/Granaat
URN

Slide 3 - Sleepvraag

In welke fase zal een ontwikkelingsland zich bevinden en in welke fase een ontwikkeld land?

Slide 4 - Open vraag

Met welke berekening reken je de bevolkingsdichtheid uit?

Slide 5 - Open vraag

1. In welke provincie zie je de meeste vergrijzing in 2010?
2. Schrijf in je eigen woorden op wat vergrijzing betekent.

Slide 6 - Open vraag

Lees de bijlage. In de tekst staan push en pull factoren genoemd. Noem minstens 1 push factor en 1 pull factor.

Slide 7 - Open vraag

Noem verschillende factoren waaraan de bevolkingsspreiding verklaard kan worden.

Slide 8 - Woordweb

In de periode voor 1970 is er een flinke toename in de bevolkingsgroei in Nederland. In de periode na 1970 zien we dat er nog steeds een bevolkingsgroei in Nederland is. Beide periodes hebben een andere oorzaak. Wat is de oorzaak voor de periode voor 1970 en wat is de oorzaak na 1970?

Slide 9 - Open vraag

Kijk naar bron 1, in welke fase van het demografisch transitiemodel zal Nederland hebben bereikt in het jaar 2035? Wat is er zo bijzonder aan die fase en hoe merken we dat in Nederland? Noteer de fase en je verklaring.

Slide 10 - Open vraag

Bedenk de bevolkingsspreiding voor Nederland in 2100. Wat zijn de push en pull factoren voor die tijd?
Teken de spreiding of noteer de spreiding op het papier dat je hebt gekregen.

Slide 11 - Woordweb

De situatie in India is anders dan die in Nederland. India noemen we ook wel een ontwikkelingsland. Wat zijn kenmerken van een ontwikkelingsland? Noem in je beschrijving de volgende begrippen: Geboortecijfer, sterftecijfer, (een van de bevolkingspiramides), (fase van transitiemodel).
Geef antwoord in minstens 3 zinnen.

Slide 12 - Open vraag