§6.1 De grens over

Internationale handel
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Internationale handel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van de les...

  • ... kan ik uitleggen wat import is

  • ... kan ik uitleggen wat export is

  • ... kan je voordelen benoemen van import en export

Slide 3 - Tekstslide



Import/Invoer

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Import
  • Import (invoer) = het kopen van producten of diensten in het buitenland

Slide 7 - Tekstslide

Welke drie producten importeren
wij het meest als Nederland?

Slide 8 - Open vraag

Voordelen import
  • Consumenten kunnen voordelige producten kopen.

  • Consumenten hebben keus uit meer producten.

  • Fabrikanten kunnen eindproducten maken van grondstoffen die Nederland importeert. 

Slide 9 - Tekstslide

Export
  • Export (uitvoer) = het verkopen van producten of diensten aan het buitenland

Slide 10 - Tekstslide

Hoe stromen goederen en geld bij import en export?
import
export
geld van Nederland naar het buitenland
geld naar Nederland vanuit het buitenland

Slide 11 - Sleepvraag

Welke drie producten worden
het meest geëxporteerd?

Slide 12 - Open vraag

Voordelen export
  • Vergroot de afzetmarkt voor producenten.

  • Het levert werkgelegenheid op

Slide 13 - Tekstslide

Aan het eind van de les...

  • ... kan ik uitleggen wat import is

  • ... kan ik uitleggen wat export is

  • ... kan je voordelen benoemen van import en export

Slide 14 - Tekstslide

Als wij iets inkopen van het buitenland noem je dat:
A
Importeren
B
Exporteren
C
internationale handel
D
verkopen

Slide 15 - Quizvraag

Bedrijven verdienen geld met export.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Export zorgt voor werkgelegenheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heb je de les
begrepen?
A
Goed
B
mwoah
C
Niet goed

Slide 18 - Quizvraag

nu: aan de slag met par 6.1

Slide 19 - Tekstslide