Grammatica ZD: hoofdstuk 3 (fout beknp. bz.) 3vwo les 2

Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 4: (foutieve) beknopte bijzin

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 4: (foutieve) beknopte bijzin

Slide 1 - Tekstslide

Doel en planning
Doel: aan het einde van deze weet je wat een foutieve beknopte bijzin is, kun je deze herkennen en ken je twee manieren om de foutieve beknopte bijzin te verbeteren.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik: wat kun je nog vertellen over een beknopte bijzin en een foutieve beknopte bijzin?

Slide 3 - Open vraag

Correcte beknopte bijzin
Foutieve beknopte bijzin
Gewone bijzin
Lopend naar de overkant werd hij bijna aangereden. 
In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
Als hij me belt, loop ik even de vergadering uit. 
Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.
Na fraude te hebben geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.

Slide 4 - Sleepvraag

Als je een foutieve beknopte bijzin wil verbeteren, hoe doe je dat dan?

Slide 5 - Open vraag

Hoe verbeter je een foutieve beknopte bijzin?
Een kwartier te laat gearriveerd,  was de voorstelling natuurlijk al begonnen.

  1. Verander de beknopte bijzin in een gewone bijzin met een persoonsvorm en een onderwerp.
    Toen wij gearriveerd waren, was de voorstelling natuurlijk al begonnen.
  2. Verander de hoofdzin en vul daar het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin in.
    Een kwartier te laat gearriveerd, zagen wij dat de voorstelling al was begonnen. 

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk 
Huiswerk van vandaag: opdracht 2 op blz. 99, vraag 1 

De zinnen afmaken als correcte beknopte bijzin en als foutieve beknopte bijzin.

Slide 7 - Tekstslide

Maak zin a af als correcte beknopte bijzin.

Slide 8 - Open vraag

Maak zin a af als foutieve beknopte bijzin.

Slide 9 - Open vraag

Huiswerk bespreken 
Wissel je schrift uit met iemand anders en ga bij elkaar zitten
 
Bekijk zin b t/m e en zet erachter of de zinnen correct of fout zijn

Bespreek daarna jullie antwoorden.
Leg uit waarom de zinnen correct of foutief zijn. 
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 5 maken 
  • Maak opdracht 5 op blz. 99 in tweetallen.
  • Bekijk de zinnen en beargumenteer waarom de zinnen correct of foutief zijn. 
  • Na 7 minuten klassikaal bespreken. 
  • Klaar? Even zachtjes kletsen en wachten. 

Slide 11 - Tekstslide

Zijn de zinnen correct of niet? 
  1. Monica’s populariteit is sterk gedaald door steeds nare opmerkingen te maken.

  2. Rondkijkend in het museum vielen mij de mooie werken van Carel Willink op.

  3.  Overal werden landmijnen geplaatst om de vijand tegen te houden.

  4. Treurend om haar verbroken relatie stonden Erin de tranen in de ogen.

  5. Dwalend door het antiquariaat viel mijn oog op een prachtige atlas van Blaeu.

  6. Al lezende groeide mijn behoefte om op uw onvriendelijke artikel te reageren.

Slide 12 - Tekstslide

Afsluitende opdracht 
Als afsluiting nog een paar quizvragen over de (foutieve) beknopte bijzin. 

Slide 13 - Tekstslide

Welke van de volgende is een beknopte bijzin?
A
Toen ik vanochtend wakker werd, was mijn wekker nog niet gegaan.
B
Rennend over de gang botste de jongen tegen de deur.
C
Vandaag ga ik bowlen en morgen gaan we minigolfen
D
Ik hoop dat mijn familie staat te wachten als ik het vliegtuig uitkom.

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer is een beknopte bijzin foutief?
A
Als er geen persoonsvorm in staat
B
Als er geen onderwerp in staat
C
Als het weggelaten onderwerp niet hetzelfde is als het onderwerp van de hoofdzin
D
Als er een onvoltooid deelwoord of een infinitief in staat

Slide 15 - Quizvraag

Verbeter de foutieve beknopte bijzin

Na gesport te hebben, bleek de douche bezet.
A
Na het sporten bleek de douche bezet.
B
Nadat wij gesport hadden, bleek de douche bezet.
C
De douche bleek bezet, na gesport te hebben.
D
De douche was na het sporten bezet.

Slide 16 - Quizvraag

Verbeter de foutieve beknopte bijzin; welke is/zijn goed?

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
Nadat wij koffie hadden gedronken, reed de bus verder.
B
De bus reed verder, na koffie gedronken te hebben.
C
Toen hij koffie had gedronken, reed de bus verder.
D
De bus reed verder, nadat wij koffie hadden gedronken.

Slide 17 - Quizvraag

Welke van de volgende is een foutieve beknopte bijzin?
A
In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
B
Terwijl wij wachtten op de bus, kwam het met bakken uit de hemel.
C
Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen.
D
Lekker op het strand liggend, keken we naar de zee.

Slide 18 - Quizvraag

Welke vragen heb je nog vragen over de (foutieve) beknopte bijzin? Zijn er nog onderdelen die besproken moeten worden?

Slide 19 - Open vraag