Spaans les 6 V4 III parte de la carta descripción monumento

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Los objetivos de la clase de hoy son

saber las  diferencias entre hay/ser/estar y el indefinido e imperfecto de hay/ser/estar y terminar la tercera parte de tu carta sobre el monumento.

La clase anterior

Habla con tu compañero/a de clase en español sobre la clase del jueves con ayuda de las imágenes:

La preparación para la clase de hoy

Leren alles over imperfecto en indefinido(gebruik, signaalwoorden, alle onregelmatige vormen)

Leren vocabulaire over natuur ned-spa reader.

fouten verbeteren van je blaadje 11 t/m 21 uitgedeeld in de les. Meenemen ook!

Neem ook formulier mee van je land waarop je meer info hebt over een monument of natuurverschijnsel!

Schrijf ook de activiteiten die je in dat land kan doen in het Nederlands.

Los errores de vuestras cartas

Mira la hoja de la profe y compara con tus frases.

Hay, ser, estar

Habla con tu compañero/a de clase sobre el uso de hay/ser/estar.

Weet je de vormen ook in de indefinido en in de imperfecto? Schrijf ze op

Hay, ser, estar

Escribe en el pasado (imperfecto o indefinido)

El año pasado yo 1._______en Costa Rica de vacaciones. Allí 2.______muchos animales  muy hermosos. También la gente 3. _____muy amable. En Costa Rica 4.______comida muy rica sobre todo los postres. 

Tu carta

1. 1a parte: introducción y información del país
2. 2a parte: el viaje de ida
3. 3a parte: excursión a un monumento y una ciudad.
4. 4a parte: excursión a un fenómeno natural (6 de abril)
5. 5a parte: la comida (6 de abril)
6. 6a parte: el viaje de vuelta
7. 7a: terminar la carta

Párrafo 1 - introducción

Leg uit waarom je deze brief schrijft 

Waar ben je naar toe gegaan? Waarom daar?

Waar ligt het?

Wat kun je meer vertellen over dat land? (zie jouw Ficha de trabajo)

Met wie ben je daar naar toe gegaan?

Wanneer was je daar?

Hoelang was je daar?

Sla steeds een witregel over, dan kan je daar later verbeteringen opschrijven.

Hulpmiddelen:

woordenboek

aantekeningen

Párrafo 2 - El viaje de ida a tu país

Vertel over de heenreis in 100 woorden. Verwerk daarin het volgende (indefinido/imperfecto):

Welke datum / dag/ tijd vertrokken jullie en waarvandaan.

Beschrijf hoe de reis verliep (bezigheden, tegenslag, stewardessen, eten etc.)

Hoe lang duurde de reis?

Wanneer/hoe laat kwamen jullie aan en waar?

Gebruik vocabulaire uit de reader, ook bijvoeglijke nw-en

Tip

Schrijf de alinea eerst in het Nederlands.

Gebruik korte zinnen.

Alleen korte zinnen kan je makkelijk vertalen naar het Spaans.

Doe alsof je het aan een klein kind vertelt.

Un monumento

Schrijf deze tekst nu in het Spaans.

- hoe heet het en wat is het?

- waar bevindt het zich

- geef een beschrijving van het monument (groot, klein, veel versieringen, modern, oud, veel beelden, veel schilderingen etc.)

KLAAR? Schrijf dan de Nederlandse tekst over de natuur van dat land (of natuurverschijnsel)

Aan welke monumenten kan je denken?

kerken en kathedralen

ruïnes

beroemde gebouwen

begraafplaatsen

etc.

La ciudad

Hoe zag de stad eruit? Groot, klein, veel gebouwen, nauwe straten, etc.?

Had het een park? Een rivier? Iets anders?

Hoe waren de inwoners?

Wat zag je op straat? 

Welke activiteiten deed je in deze stad?

La preparación para el jueves

Leren alles over imperfecto en indefinido

(gebruik, signaalwoorden, alle onregelmatige vormen)

Leren vocabulaire over natuur ned-spa reader en eten.

Leer hay/ser/estar

Neem formulier met informatie over de stad (activiteiten in het Nederlands), het eten (namen van gerechten, welke ingredienten, was het lekker?)