Persoonlijk en vragen voornaamwoord 1e en 4e naamval (Kapitel 7)

Guten
 Morgen!!!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Guten
 Morgen!!!

Slide 1 - Tekstslide

Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de 1e en 4e naamval
> Persoonlijk voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 1/1
kennen
1. Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in de eerste naamval.

2. Je weet hoe je de 4e naamval vindt.
3. Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval.

4.


Slide 3 - Tekstslide

Welke
persoonlijk voornaamwoorden
in het Duits ken je?
Antwoord elke keer met één woord.

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welke vraag stel je als je het onderwerp wilt weten?
A
Wat + gezegde + onderwerp
B
Wie/wat + gezegde
C
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp

Slide 10 - Quizvraag

Welke vraag stel je als je het lijdend voorwerp wilt weten?
A
Wat + gezegde + onderwerp
B
Wie/wat + gezegde
C
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp

Slide 11 - Quizvraag

Welke naamval is het onderwerp?
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 12 - Quizvraag

4e naamval is......
A
Onderwerp
B
Lijdende vorm
C
Meewerkende vorm

Slide 13 - Quizvraag

Du hast (uns) das nicht gesagt!
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp

Slide 14 - Quizvraag

(Ich) habe morgen Geburtstag.
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp

Slide 15 - Quizvraag

Welk persoonlijk voornaamwoord is "jullie" in het Duits? Luister en klik op het juiste antwoord.
timer
0:15
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Welk persoonlijk voornaamwoord is "haar" in het Duits? Luister en klik op het juiste antwoord.
timer
0:15
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

1/4
(Ik) ... lade Anna auch ein.

Slide 18 - Open vraag

2/4
Wartest ... (jij) schon lange?

Slide 19 - Open vraag

3/4
Reitet ... (jullie) immer zusammen?

Slide 20 - Open vraag

4/4
Herr Ober, ... (wij) warten schon eine halbe Stunde.

Slide 21 - Open vraag

kies het juiste persoonlijk vnw:

Warum hat ___ mich nicht eingeladen.
A
er
B
ihn

Slide 22 - Quizvraag

Welke van de onderstaande woorden is een persoonlijk voornaamwoord?
(in de vierde naamval)
A
jullie
B
euch
C
dich
D
jij

Slide 23 - Quizvraag

Welke van de onderstaande woorden is een persoonlijk voornaamwoord?
(in de eerste naamval)
A
mich
B
uns
C
sind
D
er

Slide 24 - Quizvraag

Welke van de onderstaande woorden is een persoonlijk voornaamwoord?
(in de eerste naamval)
A
mich
B
uns
C
sind
D
er

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het persoonlijk voornaamwoord in deze zin.
Wie heißen Sie?
A
jullie
B
u
C
zij
D
jij

Slide 26 - Quizvraag

Welk persoonlijk voornaamwoord is goed
Sie kann ihn/er nicht leiden.
A
ihn
B
er

Slide 27 - Quizvraag

Het vragend voornaamwoord 

Slide 28 - Tekstslide

Voorzetsels met de 4e naamval
  • De vormen mich, dich enzovoort zijn de vormen van het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval (4).
  • Na für en een aantal andere voorzetsels staat het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval.

Slide 29 - Tekstslide

Duits
durch
für

gegen
ohne
um
bis 
Nederlands
door
voor
tegen
zonder
om
tot

Slide 30 - Tekstslide


Habt ihr noch Fragen?

Slide 31 - Tekstslide

Hausaufgaben
Mache Aufgabe 20,21 & 22 (Kapitel 7, Seite 42-43) 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video