H.1 Organismen uit 4 rijken samenvatting

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Succes criteria:
  • Maak een begrippenlijst van H 1.
  • Maak de oefentoetsen in de digitale omgeving.
  • Maak de examentraining per hoofdstuk in de digitale omgeving
  • Moeilijk? leer wat je lastig vindt, oefen dat onderdeel dan met Test Jezelf per paragraaf. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

uitleg 1.1

Slide 4 - Tekstslide

In de afbeelding zie je een kruising tussen een ezel en een paard.
Leg uit waaraan je kan bepalen of ezels en paarden tot de zelfde soort behoren.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Welke onderdelen zitten er in een plantencel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
plantencel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

bladgroenkorrels
Celwand
Cytoplasma
Celkern
Celmembraan
Plantencel
Dierencel

Slide 12 - Sleepvraag


Kirsten krijgt de opdracht een preparaat van een weefsel te bekijken.
Welk van deze preparaten moet Kirsten dan bekijken?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

bacteriën en schimmels planten zich voort door deling
A
alleen bacteriën
B
alleen schimmels
C
bacteriën en schimmels

Slide 16 - Quizvraag

Bij een temperatuur van 4 graden Celsius
A
Groeien bacteriën niet
B
Groeien bacteriën langzaam
C
Groeien bacteriën snel
D
Gaan bacteriën dood

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Sleep de juiste cel naar de voedselkringloop.

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 23 - Quizvraag

Supersoja zitten o.a. in vleesvervangende producten.
GGO sojabonen bevatten genen van andere soorten waardoor ze meer eiwitten bevatten dan gewone sojabonen. Anderen zijn veranderd waardoor de planten ongevoelig zijn geworden voor glyfosaat, een onkruidbestrijdingsmiddel. Glyfosaat wordt door planten opgenomen. Het onkruid gaat daardoor dood, maar de transgene sojaplanten niet. Gebleken is dat in het milieu achtergebleven niet-opgenomen glyfosaat sneller wordt afgebroken dan andere onkruidbestrijdingsmiddelen.
A
Hier is sprake van klassieke biotechnologie
B
Hier is sprake van moderne biotechnologie
C
De biotechnologie speelt bij het ontstaan van de supersoja geen rol
D
Supersoja bestaat helemaal niet

Slide 24 - Quizvraag

Leg het verschil uit tussen moderne biotechnologie en traditionele biotechnologie.

Slide 25 - Open vraag

Heb je vragen over hoofdstuk 1 die je behandeld wilt hebben?

Slide 26 - Open vraag

Deze week: H1 en H2 (TL/Kader)
- maak een begrippenlijst per Hoofdstuk
- Oefen online de oefentoets
- Oefen online de examentraining per hoofdstuk
- Moeilijk? leren, uitleg nodig? Flex uur. Maak Test Jezelf per paragraaf. 

Slide 27 - Tekstslide