Dood door PowerPoint (vermijden)


BLENDED leren
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


BLENDED leren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allereerst
  • inloggen (lessonup.app)
  • Larissa en Floris: Blended Coach

Slide 2 - Tekstslide

test
Vandaag
  • Opfrissen: circus 'Blended Leren'
  • Introductie en voordelen LessonUp
  • 'Dood door PP' (vermijden) 
    -5 principes-

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Circus 'Blended Leren'

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Circus 'Blended Leren'
  • mediablend
  • tijdsblend 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LessonUp
  • Meer functies:

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LessonUp
  • Meer functies
  • Interactief (online én fysiek)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LessonUp
  • Meer functies
  • Interactief (online én fysiek)
  • Asynchroon & synchroon

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LessonUp
  • Meer functies
  • Interactief (online én fysiek)
  • Asynchroon & synchroon
  • Samen (collega's)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LessonUp
  • Meer functies
  • Interactief (online én fysiek)
  • Asynchroon & synchroon
  • Samen (collega's)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

spinner

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dood door PowerPoint vermijden
  • PP / LessenUp optimaliseren
  • 5 principes

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Waarom zien PowerPoints er uit zoals ze er uit zien? Waarom accepteren we dat ze eruitzien zoals ze eruit zien? Hoe kan je tijdens een vergadering niet aan andere dingen denken zoals bij een slide als deze? Je staat na 40 minuten op, je gaat naar je eigen laptop. “Oh ik heb nog een PowerPoint te maken”. Hoe groot is de kans dat deze persoon een net zo slechte PowerPoint maakt als waarmee hij gemarteld werd? Waarom doen we dat? Is dat wraak? Jij doet dat bij mij, dus ik ook met jullie! 

Slide 19 - Tekstslide

Het kan nog slechter trouwens

Slide 20 - Tekstslide

Maar dit moet het zijn! 
- Gelimiteerde tekst/steekwoorden
- Ondersteunende afbeelding
- Heldere titel
- Dit is de waarheid
En als je je hierin herkent en dat geloof ik zeker, willen we jullie bewust maken van het volgende: als je zoiets hebt gemaakt, dan is 90% van wat je hebt gezegd, weg binnen 30 seconden. En dan zeg je: nee, nee, nee. Ik weet dat het slecht is, maar niet zo slecht, toch? Maar laten we je even een voorbeeld geven hoe slecht je werkgeheugen is: je staat op het treinstation. Je trein komt aan, je ziet deze in de verte. Je zoekt naar het treinkaartje in je zak, je hebt hem en je leest: wagon 5, stoel 42 en doet het treinkaartje weer in je zak. Je hebt absoluut geen idee waar je nu gaat zitten he? Dus je pakt hem er weer bij en denkt oh ja, wagon 5 en inderdaad stoel 42. Heb je het? Nee, je hebt het niet. Dit je doe je gemiddeld 6 keer voordat je gaat zitten. Ik heb mensen gezien in de trein die deden: vijf, 42, vijf, 42, vijf 42, ja dit is mijn stoel!
En laat me je het slechte nieuws vertellen, je hebt geen apart werkgeheugen voor PowerPoint en een apart werkgeheugen voor treinkaartjes. Het is hetzelfde slechte werkgeheugen voor beide activiteiten


Eén boodschap

Slide 21 - Tekstslide

Hoe dood door powerpoint te vermijden
Doel: vijf design principes voor je powerpoint die cognitief en psycholoigsch optimaliseren

Stel je bent op een feestje en je bent aan het praten met iemand. Tegelijkertijd hoor je ergens anders iemand over je praten. Je blijft degene aankijken met je wie je aan praten bent, humt een keer ter bevestiging, zegt ‘ja, inderdaad’ maar ondertussen luister je naar het andere gesprek. Dat gaat over en je vestigt je aandacht weer op je gesprek, diegene sluit af met: ‘je bent het met me eens, toch?’
Datzelfde geldt voor PowerPoint. Als je meer dan één boodschap hebt, focust je publiek zich er maar op één. We zijn gelimiteerd in wat we begrijpen.

Werkgeheugen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 + 1 = 0

Slide 23 - Tekstslide

Het werkgeheugen is slecht, maar geloof me, mijn verhaal maakt dat er niet beter op. Dit heet het ‘woordenvloed-effect’. Als je tekst op je PowerPoint hebt en je spreekt tegelijkertijd, onthoudt je publiek 0. Echt 0 .
1 + 1 = 0. Waarom is dat?

1 + 1 = 0

Slide 24 - Tekstslide

Het werkgeheugen is slecht, maar geloof me, mijn verhaal maakt dat er niet beter op. Dit heet het ‘woordenvloed-effect’. Als je tekst op je PowerPoint hebt en je spreekt tegelijkertijd, onthoudt je publiek 0. Echt 0 .
1 + 1 = 0. Waarom is dat?

1 + 1 = 0

Slide 25 - Tekstslide

Het werkgeheugen is slecht, maar geloof me, mijn verhaal maakt dat er niet beter op. Dit heet het ‘woordenvloed-effect’. Als je tekst op je PowerPoint hebt en je spreekt tegelijkertijd, onthoudt je publiek 0. Echt 0 .
1 + 1 = 0. Waarom is dat?

Slide 26 - Tekstslide

Hier om is dat. Dit is niet praktisch. Je kan niet dit hebben staan en tegelijkertijd praten. Wat moet je dan doen? PowerPoint gebruiken waar het voor bedoeld is. 

Slide 27 - Tekstslide

Gebruik PowerPoint waar het voor gemaakt is. Kort, kleine beetjes tekst. Haal de vele tekst naar beneden. Dit is wat je boodschap vergroot. Dus gebruik het waarvoor het gebruikt moet worden
Grootte

Slide 28 - Tekstslide

Je focust je in je leven op vier dingen: bewegende objecten, signaalkleuren, contrastrijke objecten en grote objecten. Voorbeeld: beeld je in dat je thuis bent met een goede vriend. De televisie is aan, maar het geluid is uit. Je hebt een fantastisch gesprek, maar vind je het makkelijk om niet naar de tv te kijken? Nee. Waarom niet? Omdat het bewegende objecten heeft, signaalkleuren, hoog in contrast is en ze zijn tegenwoordig heel groot. 

Slide 29 - Tekstslide

Waar wordt je aandacht in deze slide naar toe getrokken? Ik zie meteen waar jullie ogen naar toe getrokken worden. Hoe vaak is de titel het meest belangrijke in een PowerPoint? Eigenlijk niet. Toch is elke PowerPoint gebouwd met dit template, waar de titel het grootst is en de inhoud kleiner. 

Slide 30 - Tekstslide

Nu heb ik de titel kleiner gemaakt en de inhoud groter. Zie je hoe je ogen nu neervallen op de inhoud? Dus: het belangrijkste van de PowerPoint moet het grootste zijn. 
Contrast

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Contrast bepaalt je focus. Hoe ziet dat er uit? Vergelijking scherm en jij. Welke is het meest helder? Welke valt het meest op? Scherm. Welke is het grootst? Scherm. Moeten wij dan in signaalkleuren over het podium dansen om dat balanceren? Dat is geen goede strategie op langere termijn. 

Slide 33 - Tekstslide

Als we dat omdraaien, relaxen jouw ogen, ben ík het grootste object, focus je op mij, ben ik met meest contrastrijk. Ik heb je focus. Waarom is dat belangrijk? Ik ben belangrijk, zal dat altijd zijn en ik zal altijd de presentatie zijn. Dat  is mijn visuele ondersteuning. 

Slide 34 - Tekstslide

Op dit scherm gaan je ogen nog steeds all over the place. Een ingebouwde functie van PowerPoint gaat zo dat je precies de witte oplichting volgt. Ik kan terug en verder en je precies mee laten lezen. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Punten op je slide

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Willen jullie het aantal objecten op de slide tellen? Knik wanneer je ze geteld hebt [10]. Daar doe je ongeveer 2 seconden over.  

Slide 40 - Tekstslide

Nu deze [7]. 1,2 seconden als je normaalt bent. 

Slide 41 - Tekstslide

 En nu deze [5]. Jullie knikken meteen gelijk op 0,2 seconden. Dit is best een verschil. Voor degenen die goed zijn in wiskunde, dat is een verschil van 500%. Hoe is dat mogelijk want er zijn maar twee objecten verschil. Het verschil is, de eerste moet je tellen, de tweede zie je. Dus wat je hebt ervaren, is het cognitieve proces van tellen telt 500% meer tijd, het neemt 500% meer energie processen in beslag om uit te voeren dan om te zien. Het magische nummer is trouwens zes. Als je in de toekomst een presentatie geeft, met een geweldige PowerPoint natuurlijk, en je gebruikt meer dan zes punten, kost het je publiek meer dan 500% aan energie en cognitieve processen om te begrijpen wat er in je PowerPoint staat. En, de hoeveelheid slides is nooit het probleem, ik heb er nog 95 voor je! Het aantal punten op je slide is het probleem. 
Samenvattend
  • Eén boodschap per slide
  • Niet te veel tekst
  • Grootte
  • Contrast
  • Punten per slide (max. 6)

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies