Kies een motorische beperking(1: amputatie, 2: reumatische aandoeningen, 3: osteoporose, 4: artrose/ gewrichtsslijtage, 5: Reumatoïde artritis/gewrichtsontstekingen, 6: ziekte van Duchenne of 6: Spasticiteit)
Verdiep je in de beperking:- wat houdt het in?- Welke symptomen horen hierbij?- Welke behandeling/ ondersteuning/begeleiding heeft deze persoon nodig?- Kan deze persoon naar een regulier kinderopvang? Waarom wel/niet? Wat zou er eventueel voor extra hulpmiddelen/ begeleiding moeten komen?
Volgende week klassikaal bespreken.