Je weet hoe het modern imperialisme werd versterkt door het nationalisme en afzetmarkten en hoe Duitsland opkwam als nieuw land in Europa
Waarom en hoe verdedigde het liberalisme vooral de belangen van de fabrikanten?
Wat was de communistische theorie van Karl Marx?
- Sociale kwestie, het kapitalisme, het liberalisme, het communisme van Marx
Oefenen met beeldbronnen: schilderij
opdrachten 132 t/m 136
Kan iedereen in eigen woorden uitleggen wat de sociale kwestie, het kapitalisme, het liberalisme en het communisme van Marx inhouden?
Opdrachten maken bij paragraaf 5.6
Opdrachten bespreken
Welke vragen heb je over deze les?
Leerstof voor geschiedenis (toetsweek) staat in studiewijzer van SomToday
Slide 1 - Tekstslide
Voorkennis
Je weet hoe het modern imperialisme werd versterkt door het nationalisme en afzetmarkten en hoe Duitsland opkwam als nieuw land in Europa
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Waarom en hoe verdedigde het liberalisme vooral de belangen van de fabrikanten?
Wat was de communistische theorie van Karl Marx?
Slide 3 - Tekstslide
Arbeiders staan buitenspel
Na Franse Revolutie geen standenmaatschappij meer
Maar van vrijheid en gelijkheid weinig te merken
Arbeidersoverschot
Fabrieksbazen bepalen
Slide 4 - Tekstslide
De Sociale Kwestie
Veel burgers maken zich zorgen om arbeidsomstandigheden
Schrijvers en journalisten zochten publiciteit
Maatschappelijke discussie: sociale kwestie
Slide 5 - Tekstslide
Het kapitalisme
Moet de overheid zich niet gaan bemoeien met de arbeidsomstandigheden?
Adam Smith (1723-1790): Nee, het gaat nu goed
Kapitalisme: kapitaal en arbeid in handen van de particulieren
Vooral zo veel mogelijk winst maken
Slide 6 - Tekstslide
Het liberalisme
Nieuwe politieke stroming: het liberalisme
De overheid moet de individuele burger zoveel mogelijk zijn gang laten gaan
Geen overheidsbemoeienis, dus ook niet bij de sociale kwestie
Slide 7 - Tekstslide
Karl Marx
(1818-1883)
Schreef het communistisch manifest
Klassenstrijd tussen bourgeoisie en proletariaat
Strijd niet op een normale manier oplossen
Slide 8 - Tekstslide
Het communistisch manifest
De geschiedenis van samenlevingen is een klassenstrijd
In 19e eeuw: Bourgeoisie (kapitalisten) vs het proletariaat (arbeiders)
De kloof tussen arm en rijk alleen maar groter
Er zou een spontane wereldwijde arbeidersrevolutie uitbreken, waarbij het proletariaat de macht grijpt
Een klasseloze samenleving ⮕ het communisme
Geen privebezit, iedereen werkt voor het gemeenschappelijk belang
Slide 9 - Tekstslide
p. 226 wb
Slide 10 - Tekstslide
Opdrachten
Maken bij paragraaf 5.6:
121, 128, 130, 138
Leerboek: 138 t/m 141
Werkboek: 222 t/m 227
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Datum:
Vak: Geschiedenis
Teks
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoel
Slide 14 - Tekstslide
Vraag 1:
Waarom verdedigde het liberalisme vooral de belangen van de fabrikanten?
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeldantwoord:
Omdat het liberalisme vonden dat de staat de individuele burger zoveel mogelijk zijn gang moest laten gaan. Dus ook niet bemoeien met de sociale kwestie
Waarom verdedigde het liberalisme vooral de belangen van de fabrikanten?
Slide 16 - Tekstslide
Vraag 2:
Wat wordt bedoeld met de sociale kwestie?
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeldantwoord:
Het vraagstuk rondom de slechte arbeidsomstandigheden, zoals kinderarbeid, lange werkdagen, lage lonen en slechte woonomstandigheden
Wat wordt bedoeld met de sociale kwestie?
Slide 18 - Tekstslide
Vraag 3:
Wat houdt de communistische theorie van Marx in?
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeldantwoord:
Karl Marx beschreef een klassenstrijd tussen het proletariaat en de bourgeosie. Uiteindelijk zal het proletariaat het bestuur omverwerpen doormiddel van een spontane arbeidersrevolutie. Daarna zou het een klasseloze samenleving worden. Waarbij iedereen werkt voor het algemeen belang
Wat houdt de communistische theorie van Karl Marx in?
Slide 20 - Tekstslide
De Sociale Kwestie
Veel burgers maken zich zorgen om arbeidsomstandigheden
Schrijvers en journalisten zochten publiciteit
Maatschappelijke discussie: sociale kwestie
Slide 21 - Tekstslide
Het kapitalisme
Moet de overheid zich niet gaan bemoeien met de arbeidsomstandigheden?
Adam Smith (1723-1790): Nee, het gaat nu goed
Kapitalisme: kapitaal en arbeid in handen van de particulieren
Vooral zo veel mogelijk winst maken
Slide 22 - Tekstslide
Het liberalisme
Nieuwe politieke stroming: het liberalisme
De overheid moet de individuele burger zoveel mogelijk zijn gang laten gaan
Geen overheidsbemoeienis, dus ook niet bij de sociale kwestie
Slide 23 - Tekstslide
Karl Marx
(1818-1883)
Schreef het communistisch manifest
Klassenstrijd tussen bourgeoisie en proletariaat
Strijd niet op een normale manier oplossen
Slide 24 - Tekstslide
Het communistisch manifest
De geschiedenis van samenlevingen is een klassenstrijd
In 19e eeuw: Bourgeoisie (kapitalisten) vs het proletariaat (arbeiders)
De kloof tussen arm en rijk alleen maar groter
Er zou een spontane wereldwijde arbeidersrevolutie uitbreken, waarbij het proletariaat de macht grijpt
Een klasseloze samenleving ⮕ het communisme
Geen privebezit, iedereen werkt voor het gemeenschappelijk belang
Slide 25 - Tekstslide
Communistische heilstaat
Na de revolutie: communistische dictatuur
Alle bedrijven zijn van de staat - voor het gemeenschappelijk belang
fase vijf: de heilstaat
Een ideale samenleving; zonder klassen en uitbuiting
Slide 26 - Tekstslide
Onenigheid over de route
Niet iedereen voorstander van een gewelddadige revolutie
Deel van de communistische aanhangers wil via de politiek betere arbeidsomstandigheden