H4 S7 de Pest

Burgerij 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Burgerij 

Slide 1 - Tekstslide

Welke voordelen had het om burger te zijn in de middeleeuwen?

Slide 2 - Open vraag

S6: Ik kan 3 voordelen noemen van burger worden.
- bescherming van de stad.
- lid worden van een gilde.
- Recht op het uitoefenen van een ambacht.
- Recht om handel te drijven of bij het bestuur van de stad aan te sluiten.

Slide 3 - Tekstslide

Jullie mogen een stadsmuur bouwen, zelf tol vragen en regels en wetten bedenken.
Lokale heer.
belasting.

Slide 4 - Tekstslide

H4. Ik kan uitleggen hoe de sociale verdeling in de middeleeuwen was door:
S4: Ik kan uitleggen wat de standenmaatschappij was.
S5: Ik kan uitleggen hoe stadsrechten zijn ontstaan.
S6: Ik kan 3 voordelen noemen van burger worden.
S7: Ik kan 2 oorzaken en 2 gevolgen noemen van de pest (Zwarte Dood).

Slide 5 - Tekstslide

Waterpoort. Deze poort wordt vooral gebruikt door mensen die via het water de stad willen bereiken. Deze poort is minder verdedigt en wordt in tijdens van nood gebarricadeerd met houten balken. 
Noorderpoort
De stadspoort aan het noorden van de stad. Belangrijkste poort, die afgesloten kan worden in tijden van aanval.
Zuiderpoort. De poort aan de zuidzijde van de stad. Is vooral toegankelijk voor voetgangers, minder voor karren. De poort kan afgesloten worden tijdens een aanval. 
Kathedraal
Deze grote kerk is de grootste kerk in de omgeving. De bisschop van het gebied zeteld hier dan ook. De stedelingen hebben lang, bijna 300 jaar gebouwd aan hun kerk. De kerk is het middelpunt van het sociale leven in de stad. Iedereen, arm en rijk, komt hier bijeen voor de diensten. 
Marktplein
Het centrale plein als het gaat om handel en middel van bestaan. Hier verdienen de meeste stedelingen hun brood... en kopen het. Op het plein staan kraampjes van boeren en om het plein de werkplaatsen van de ambachtslieden. 
Waterput
Het belangrijkste waterpunt in de stad. Hieruit kun je water halen voor al gebruik. 
Stadhuis
Hier zeteld het bestuur van de stad: de schout en schepenen. Maar de rechtbank en de cellen voor misdadigers vind je hier. Alles wat met betuur en rechtspraak te maken heeft onder een dak. 
Gasthuis.
Een soort kruising tussen een armneopvang en een ziekenhuis. Betaald door de rijken, gerund door de geestelijkheid en voor de armen. Zij kunnen hier hulp krijgen: voeding, onderdak, gezondheidszorg. 
Koopmanshuizen met grote binnentuin
De koopmanshuizen zijn veruit de grootste huizen in de stad. Vaak van duurder en doorzamer materiaal gemaakt (bv. steen). De koopmans-huizen fungeren vaak als pakhuis en (luxe) woonhuis. 
Vleesmarkt
Kleinere markt, waar vleesproducten werden veerkocht. De werkplaatsen van de vleeshouwers staan om de markt heen. 
Botermarkt
Kleine markt waar zuivelproducten werden verkocht. 
Vismarkt
Kleine markt waar vis door vissers werd verkocht.
Taks.
Een tolhuis. Aan iedere vreemdeling die de stad binnenkwam werd een bijdrage gevraagd
Smidstraat.
Hier hebben de smeden zich verzameld. Zij hebben hier hun werkplaatsen, met meestal hun huizen daaraan vast. 
Beestenmarkt
Kleine markt waarbij (meestal kleine) dieren werden verhandeld
Abdij / klooster
Binnen de stad ligt ook vaak een klooster. Hier leven monniken of nonnen hun eigen leven. Zij hebben wel vaak belangrijke publieke functies in de stad: leraar, verpoleegster, schrijver, etc.
Houtstraat
Aan deze straat wonen en werken ambastlieden die hout hun middel van bestaan hebben gemaakt. 
Binnenboeren
Dit zijn boeren die ook poorters zijn: zij zijn boeren binnen de stadsmuren. Vaak kleine bedrijfjes met maar weinig dieren. Maar zeer belangrijk in tijd van beleg, om de stad te beschermen voor uithongering
Rivier.
Belangrijke bron van water: drinkwater, waswater, bluswater, urinoir, etc.
Schavot
Publiekelijke schandplaats voor misdadigers. Meestal is het een standaard met een plank op een verhoging. Tussen die plank wordt iemand een bepaalde periode neergezet. Het staat niet fijn, maar het is vooral een plek waar iedereen je kan zien als misdadiger. 
Herberg
Een soort hotel/restaurant van de middeleeuwen. Het is een groot gebouw (meestal met stal), waar vreemdelingen kunnen overnachten, eten en rusten. Maar in de kamers kan natuurlijk meer...
Waag.
Hier worden goederen gewogen voor de verkoop. Omdat er maar een officieel punt van wegen is, is dat voor iedereen gelijk, 
Wisselbeurs
Bankgebouw, waar je verzekeringen kunt afsluiten. Je kunt er de wisselbrief inruilen. Je kunt er geld in bewaring geven. 

Slide 6 - Tekstslide

de Pest

Slide 7 - Woordweb


Een dodelijke ziekte...
  • De pestbacterie bestond al eeuwen in meren in China
  • De bacterie leeft in het bloed van de zwarte rat
  • Vlooien leven van het bloed van de rat en worden besmet met de pest
  • De pest zorgt ervoor dat vlooien niets binnenkrijgen, waardoor ze honger houden en op zoek naar nieuw voedsel gaan: het bloed van mensen.
  • Een besmette vlo brengt zo de pest over op mensen.
De pestbacterie, Yersinia pestis, 2000x vergroot.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

pesthuizen

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: steden en staten
4.3: staat en kerk
Opdrachten: allemaal

Slide 11 - Tekstslide

Als een plaats stadsrechten kreeg, had de lokale heer er niets meer te zeggen. Voor dit zelfbestuur betaalde de stad elk jaar belasting. De lokale heer verdiende er dus aan. En de heer niet alleen: de vorst kreeg ook elk jaar belasting van de lokale heer. In de stad was voortaan de schout de baas. Hij bestreed er de misdaad samen met de schepenen. Schout en schepenen vormden samen het bestuur. Dit waren bijna altijd rijkere burgers. Arme stadsburgers kregen geen belangrijke banen.

Slide 12 - Tekstslide

Armen hadden in de middeleeuwen niets te zeggen. De samenleving was een standenmaatschappij. De eerste stand bestond uit de geestelijken. De paus, bisschoppen en priesters hoorden daarbij. De tweede stand was die van de adel. Behoorde je niet tot de eerste of tweede stand, dan hoorde je vanzelf bij de derde stand. Die bestond in de vroege middeleeuwen uit boeren. Maar omdat na het jaar 1000 steden belangrijker werden, kwamen in de late middeleeuwen burgers bij de derde stand. De derde stand bestond toen uit twee groepen: een hogere van burgers en een lagere van boeren.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video