H3.4 Rekenen aan reacties

H3.4 Rekenen aan reacties
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3.4 Rekenen aan reacties

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt na afloop van deze les:

  • uitleggen wat het begrip molverhouding of stoichiometrische verhouding betekent;
  • met behulp van de molverhouding aan een reactie rekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactievergelijkingen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactievergelijkingen
  • De coëfficiënten in een reactievergelijking bepalen in welke verhouding moleculen reageren met elkaar.
  • Kloppend maken van een reactievergelijking is dus verschrikkelijk belangrijk om de juiste verhouding te bepalen.
  • De verhouding tussen de moleculen heet de molverhouding of stoichiometrische verhouding.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Molverhouding

  • In de molverhouding reageren hoeveelheden moleculen. En hoeveelheden moleculen drukken we dus uit in mol.
  • Als je dus bijvoorbeeld 5 mmol CH4 wilt verbranden heb je dus 10 mmol O2 nodig.
  • Dat is de basis van het reactierekenen.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactierekenen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Zeer zuivere ethanol kan gemaakt worden door etheen (C2H4) te laten reageren met water. Hierbij ontstaat dan ethanol. In een fabriek laat men 500 kg etheen reageren. Bereken hoeveel water er nodig is voor deze reactie.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke tips
  • Bij het reactierekenen is het zeer belangrijk dat je de vraag snapt. Lees hem goed.
  • Zorg dat je altijd echt beantwoord wat gevraagd is.
  • Zet bij elke berekening (ook die om de tabel te vullen) de formule en de berekening er bij
  • Denk altijd aan eenheden en significantie.




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag!
Om de concentratie CO2 niet te hoog te laten worden in een duikboot laat men de lucht reageren met kaliumperoxide (KO2). Hierbij onstaat kaliumcarbonaat (K2CO3) en zuurstof. Hoeveel gram CO2 kan reageren met 50 g KO2?

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord: Er kan 16 g CO2 reageren.

Huiswerk
Leer HS3.4 (blz. 88-90)
Maak de vragen 43 t/m 54 (blz. 91-92)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.
Stel deze vragen de volgende les.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies