Uitleg Formuleren 0: De standaardfoutenlijst

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg formuleren 3: de standaardfoutenlijst

Slide 2 - Tekstslide

Maar eerst: ter organisatie...
Voor het PTO: 
-leesvaardigheid: les 2 tm 6. 
-formulering en stijl: les 13, 14, stijlfouten 
-poëzie: beeldspraak (pp. 156, 157), stijlfiguren (pp. 158,159)
-woordenschat: lijst volgt. (volgende periode doen we dit anders).

Let op! 12 april deadline voor de boekopdracht!

Slide 3 - Tekstslide

Maar eerst: programma lesstof
Vorige we(e)k(en): leesvaardigheid 
Deze week: stijlfouten (en start stijlfiguren)
Volgende week: beeldspraak en stijlfiguren


Slide 4 - Tekstslide

Ter organisatie 2
Yessss, overzicht en samenwerken!
Ik heb een Google Drive voor jullie aangemaakt. 
inlognaam: nederlandsh4b@gmail.com
ww: Nederlandseles

Hier kunnen jullie (samen) samenvattingen maken, delen, huiswerkopdrachten uitwisselen en hier zal ik alle ppt's van de afgelopen periode op zetten. Maak er vooral gebruik van :). LETOP! Altijd goed uitloggen. 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel: ik weet welke formuleringsfouten vaak gemaakt worden

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg opdracht 
- Iedereen onderzoekt één formulerings (stijl)fout die ik uitdeel
- Zoek via Google naar uitleg over de fout, bijvoorbeeld in de E-ANS of op Taaladvies.net 
- Je schrijft een uitleg in je eigen woorden met TWEE voorbeelden die waar jouw stijlfout in voorkomt. Zet dit allemaal in een gedeeld document in de Drive. Zo maken jullie samen je eigen samenvatting!


Slide 7 - Tekstslide

Vier soorten stijlfouten
Dubbelop
Barbarisme
Incongruentie
Grammaticale kronkels

Slide 8 - Tekstslide



Contaminatie
een contaminatie is een samenstelling van twee of meer verwarde woorden waardoor er een verkeerd nieuw woord ontstaat.


hij wilde zijn leesautobiografie overnieuw doen.
overnieuw is een contaminatie van overdoen en opnieuw.




Dubbele ontkenning
 Een zin waarin 2 ontkenningen staan en de 2e ontkenning wordt gebruikt om de ontkenning te versterken.



Voorbeeldzinnen :
Ik maak nooit geen fouten
In dit café zie je nooit niemand
DUBBELOP

Slide 9 - Tekstslide

BARBARISME
Woorden en zinsneden die niet eigen zijn aan het Nederlands, maar zijn 'gepikt' uit andere talen.

Ik heb je rug (I've got your back)
Duur kosten (couter cher)

Slide 10 - Tekstslide



Getal
Onderwerp en persoonsvorm passen niet bij elkaar. De ene is ev, de ander mv. 

Een hele kinderen generatie zijn opgegroeid met Harry Potter.


Onjuist verwijswoord
verwijswoorden verwijzen terug naar een eerdergenoemd woord het woord of woordgroep waarnaar een verwijswoord wijst -> antecedent
Het verwijswoord wijst niet naar het antecedent.

De kinderen wat altijd lief zijn.
INCONGRUENTIE

Slide 11 - Tekstslide





Onjuiste beknopte bijzin
het onderwerp van de beknopte bijzin klopt niet met het onderwerp van de hoofdzin.

Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.




Onjuiste inversie
Omgekeerde volgorde van OND en PV in de beknopte bijzin.

Opeens kreeg ik een ingeving en ben ik meteen begonnen met schrijven.
GRAMMATICALE KRONKELS

Slide 12 - Tekstslide




Onjuiste samentrekking
Een foutieve samentrekking krijg je als je een woord weglaat dat niet weggelaten mag worden.
- Hij heeft een diploma en daar hard voor gewerkt.




Zeugma
Woord is in dezelfde zin met verschillende betekenissen gebruikt. 

Wil je je woord en aan onze afspraak houden?
GRAMMATICALE KRONKELS 2

Slide 13 - Tekstslide




Ontspoorde zin
Zin loopt niet, omdat hij overgaat in een andere structuur dan waarmee hij begon. 

Een man die zoiets doet, dan kun je hem niet meer vertrouwen.
GRAMMATICALE KRONKELS 3

Slide 14 - Tekstslide

Onjuiste herhaling
Twee of meer keer wordt hetzelfde woord onterecht herhaald.
voorbeelden:
Ik heb geen geld, maar ik heb er OOK geen tijd voor OOK.
Aan dat gepraat over voetbal op zondagavond heb ik een hekel aan.

Slide 15 - Tekstslide

Tautologie
tautologie = benadrukken van een woord met een ander woord dat ongeveer hetzelfde betekenis heeft (synoniem), het is dezelfde woordsoort
- opgeruimd staat netjes
- voor eeuwig en altijd

Slide 16 - Tekstslide

Pleonasme
pleonasme is woordgroep bestaande uit een hoofdwoord en bijvoegende woorden. Vaak is pleonasme een bijvoegelijk naamwoord of bijwoord dat iets toevoegd aan het zelfstandig naamwoord al in zich draagt zoals: het hoekig vierkant.

Slide 17 - Tekstslide

Contaminatie
een contaminatie is een samenstelling van twee of meer verwarde woorden waardoor er een verkeerd nieuw woord ontstaat. 

hij wilde zijn leesautobiografie overnieuw doen.
overnieuw is een contaminatie van overdoen en opnieuw.

hij zou door de war zijn.
door de war zijn is een contaminatie van in de war zijn en door elkaar halen.


Slide 18 - Tekstslide

Dubbele ontkenning
- Een zin waarin 2 ontkenningen staan en de 2e ontkenning wordt gebruikt om de ontkenning te versterken.

Voorbeeldzinnen :
Ik maak nooit geen fouten
In dit café zie je nooit niemand
  

Slide 19 - Tekstslide

Onjuist verwijswoord
verwijswoorden verwijzen terug naar een eerdergenoemd woord het woord of woordgroep waarnaar een verwijswoord terug verwijst -> antecedent 
om te bepalen welk verwijswoord je moet bepalen moet je het antecedent vinden, vervolgens kun je met het schema in je boek bepalen welk verwijsw. je moet gebruiken
voorbeeld: het comite voor de viering van bevrijdingsdag heeft zijn beslissing over het doorgaan een week uitgesteld

Slide 20 - Tekstslide

Onduidelijk verwijzen
Je hebt te maken met onduidelijk verwijzen wanneer je een verwijswoord in de tekst hebt, maar waar niet duidelijk is naar welk woord het in de tekst verwijst.

Slide 21 - Tekstslide

Incongruentie
je hebt incongurentie als de persoonsvoorm en onderwerp niet allebei in enkelvoud of meervoud staan.

ik voetballen graag. 
hun ga weg. 

Slide 22 - Tekstslide

dat/als-constructie
na "dat"kan geen "als" staan 
na ''als kan geen ''dat'' staan

ik denk, dat als de minister vindt dat  er te veel geweld op tv is, dat hij dan maatregelen moet nemen


Slide 23 - Tekstslide

foutieve samentrekking
Een foutieve samentrekking krijg je als je een woord weglaat dat niet weggelaten mag worden.
- Hij heeft een diploma en daar hard voor gewerkt.
-Schaatsen is gezond en doe ik regelmatig.

Slide 24 - Tekstslide

foutieve beknopte bijzin
het onderwerp van de beknopte bijzin klopt niet met het onderwerp van de hoofdzin.
1 terwijl hij naar de overkant liep, werd hij bijna aangereden
2 het vlees dat in roomboter is gebraden, smaakt hem erg goed.
verschil=
1 lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.
2 in roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.

Slide 25 - Tekstslide

Losstaand zinsgedeelte
het is losgezet van de hoofdzin


ik heb een onvoldoende gehaald, waardoor ik nu een vijf sta

Slide 26 - Tekstslide

Zinnen ten oprechte samenvoegen
Als een zin onjuist is begrenst, staat er punt op een plaats waar deze niet hoort te staan. De punt kan te vroeg zijn geplaatst, maar ook te laat:
Fout: Ik ga naar huis.Omdat ik moe ben.
Goed: ga naar huis, omdat ik moe ben.

Slide 27 - Tekstslide