6.2 Macht

Meteen doen:
Leer het kernconcept macht:
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten
om:
- bepaalde doelstellingen te bereiken
- de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Meteen doen:
Leer het kernconcept macht:
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten
om:
- bepaalde doelstellingen te bereiken
- de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les weet je:
Wat macht is
Welke machtsbronnen er zijn
Wat een politieke institutie is


Slide 2 - Tekstslide

Machtsbronnen
Affectief                                                                            Formeel
Cognitief                                                                           Informeel
Economisch
Politiek
Macht
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken EN de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Maak:
Opdr. 3 vr. 1-3
Opdr. 6

Voor de laatste vraag: Politieke institutie 
Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.

Slide 5 - Tekstslide

Machtsbronnen
Leg uit van welke machtsbron (welk soort hulpbron) sprake is in de volgende stellingen:


Macht
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken EN de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.

Slide 6 - Tekstslide

Jesse wil niet naarhet feestje maar vrienden blijven vragen of hij toch mee wil. Ze noemen het laf om niet te gaan.
A
Affectieve machtsbron
B
Cognitieve machtsbron
C
Economische machtsbron
D
Politieke machtsbron

Slide 7 - Quizvraag

Een supermarkt is de enige in het dorp en vraagt daarom onredelijk hoge prijzen. Er is toch geen concurrent en de bewoners betalen wel.
A
Affectieve machtsbron
B
Cognitieve machtsbron
C
Economische machtsbron
D
Politieke machtsbron

Slide 8 - Quizvraag

Alle inwoners waren al aan het mopperen op de bondscoach van het Nederlands Elftal. Nu ook de KNVB het vertrouwne in hem heeft opgezegd moest hij wel opstappen.
A
Affectieve machtsbron
B
Cognitieve machtsbron
C
Economische machtsbron
D
Politieke machtsbron

Slide 9 - Quizvraag

UNICEF doet onderzoek naar de situatie van Jemen en concludeert dat de situatie waarin kinderen daar opgroeien ongekend slecht is.
A
Affectieve machtsbron
B
Cognitieve machtsbron
C
Economische machtsbron
D
Politieke machtsbron

Slide 10 - Quizvraag

Op een flyer van een goed doel staan plaatjes van kinderen die erg zielig kijken en een hongerbuik hebben. Het goede doel hoopt hiermee veel geld op te halen.
A
Affectieve machtsbron
B
Cognitieve machtsbron
C
Economische machtsbron
D
Politieke machtsbron

Slide 11 - Quizvraag

Husawei zag de verkopen stijgen toen deze was uitgeroepen tot 'beste koop'
A
Affectieve machtsbron
B
Cognitieve machtsbron
C
Economische machtsbron
D
Politieke machtsbron

Slide 12 - Quizvraag

Op pakjes sigaretten staan plaatjes van mensen aan een beademingsapparaat en heftige teksten over de gevolgen van roken. Dit om mensen te weerhouden een sigaret te roken.
A
Affectieve machtsbron
B
Cognitieve machtsbron
C
Economische machtsbron
D
Politieke machtsbron

Slide 13 - Quizvraag

Jesse wil niet naarhet feestje maar vrienden blijven vragen of hij toch mee wil. Ze noemen het laf om niet te gaan.
A
Affectieve machtsbron
B
Cognitieve machtsbron
C
Economische machtsbron
D
Politieke machtsbron

Slide 14 - Quizvraag

Politieke institutie
  • complex van = meerdere bij elkaar horende....
  • min of meer geformaliseerde regels = meer of minder in regels vastgelegde / formele en informele regels
  •  die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtstuitoefening & besluitvorming reguleren = die regelen hoe mensen zich gedragen, wie de politieke macht heeft en hoe besluiten moeten worden gemaakt.

Slide 15 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld van een politieke institutie.

Slide 16 - Woordweb

Voorbeelden:
Overheid
Parlementaire democratie (verkiezingen, verantwoordelijkheden ministers, gedragsregels 2e kamer)
Rechtsstaat
Koningshuis
Kabinet (alle ministers)
Gemeente


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Tekstslide