Engelse werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Leerdoel 3.3 Spelling

• Ik kan de verschillende vormen van Engelse werkwoorden in het Nederlands op de juiste manier spellen. 

Engelse werkwoorden

Wat komt op de plek van de puntjes?

Onze leraar ….. iedere dag naar school.

1. joggt
2. jogged
3. jogt
4. jogd

Wat hoort op de plek van de puntjes?

Iedereen (googelen) ….. wel eens.

Wat komt op de plek van de puntjes?

Ik …..eigenlijk bijna nooit.

1. chat
2. chatet
3. chatt
4. chattet

Wat hoort op de plek van de puntjes?

Koen (skaten) ….. graag de hele dag.

Lees tekst 1 (blz. 102)
Schrijf alle Engelse woorden op.
Hoeveel heb je er gevonden?

1. 7
2. 8
3. 9
4. 10

3.3 opdracht 2a (blz. 102)

match

teams

scoorden

getackeld

getraind

passen

keepte

gecheckt

freewheelden

Zet een streep onder alle Engelse werkwoorden.
Hoeveel zijn dat er?

1. 6
2. 7
3. 8
4. 9

3.3 opdracht 2b

scoorden

getackeld

getraind

passen

keepte

gecheckt

freewheelden

Engelse werkwoorden

Hoor je niet duidelijk of het een -t of een -d moet zijn? 

Wat is de verleden tijd enkelvoud van
crossen?

Wat is het voltooid deelwoord van
skaten?

Wat is de verleden tijd enkelvoud van
passen?

Wat is het voltooid deelwoord van
faxen?

5a. De camera was maximaal (inzoomen vd).

b. Bram (zappen tt) langs alle Nederlandstalige, commerciële zenders.

c. De monteur (tunen tt) de motor van de Mini Cooper.

d. Ik heb de afgelopen weken al (joggen td) iedere dag vijf kilometer afgelegd.

e. Ben jij ook zo (triggeren vd) door die beelden uit Afghanistan?

f. Indi, onze hond, werd vorige week nog (trimmen vd).

g. Bilal (toasten vt) op de winnaar van het toernooi.

h. Sam (shaken vt) een heerlijke cocktail.

Aan de slag!

Wat?                                3.3 opdracht 7

Hoe?                                Zelfstandig, zachtjes overleggen mag.

Hulp?                               Buurman/buurvrouw, docent

Tijd?                                 Tot ..............

Resultaat?                     Antwoorden netjes in schrift.

Klaar?                              Lezen uit leesboek.