5.6

Thema 5: waarneming, gedrag en regeling





Basisstof 6: regeling
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Thema 5: waarneming, gedrag en regeling





Basisstof 6: regeling

Slide 1 - Tekstslide

Omschrijf hoe een prikkel werkt, gebruik de volgende begrippen: Prikkel, impuls, zintuigcellen, zenuw en hersenen

Slide 2 - Open vraag

Erica draagt + lenzen, is zij bijziend of verziend?
A
Bijziend
B
Verziend

Slide 3 - Quizvraag

Marvin heeft een keelontsteking, waarom bestaat er een kans dat hij nu ook een oorontsteking krijgt?

Slide 4 - Open vraag

Uit welke onderdelen bestaat het centrale zenuwstelsel?

Slide 5 - Open vraag

Geef een voorbeeld van aangeleerd gedrag

Slide 6 - Woordweb

Leerdoelen
Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.

Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.

Slide 7 - Tekstslide

Hormonen
Bij het regelen van processen werken je zenuwstelsel en je hormoonstelsel samen, deze bestaat uit een aantal hormoonklieren. Hormonen zijn stoffen die de werking van bepaalde organen regelen.

Slide 8 - Tekstslide

Hormonen
Hormonen worden via het bloed afgegeven en zijn alleen werkzaam in weefsels en organen die gevoelig zijn voor dat specifieke hormoon. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat was glucose? (Thema 1)

Slide 10 - Open vraag

Glucose
Glucose wordt via de wand van de dunne darm opgenomen in je bloed, de hoeveelheid glucose in je bloed noem je bloedsuikerspiegel. Hormonen uit de alvleesklieren regelen de bloedsuikerspiegel.

Slide 11 - Tekstslide

Regeling van glucosegehalte
In de alvleesklier liggen de eilandjes van Langerhans. Dit zijn groepjes cellen die de hormonen insuline en glucagon maken. Deze twee hormonen regelen de bloedsuikerspiegel. Insuline zet glucose om in glycogeen. Glycogeen wordt opgeslagen in je spieren en lever als reservestof. Doordat de glucose is omgezet in glycogeen daalt je bloedsuikerspiegel

Slide 12 - Tekstslide

Regeling van glucosegehalte
Wanneer je veel inspanning levert (door sporten bijvoorbeeld), hebben je cellen meer brandstof nodig. Je lichaam gebruikt dan glucose uit je bloedsuikerspiegel, hierdoor daalt deze. Wanneer deze te laag is dan maken de eilandjes van Langerhans glucagon aan. Glucagon maakt van glycogeen in de lever en spieren weer glucose. Deze wordt dan weer opgenomen in het bloed. De bloedsuikerspiegel stijgt dan.

Slide 13 - Tekstslide

Inge haar bloedsuikerspiegel is te hoog. Welke stof maken de eilandjes van Langerhans aan?
A
Glucose
B
Insuline
C
Glucagon
D
Glycogeen

Slide 14 - Quizvraag

Terugkoppeling

Slide 15 - Tekstslide

Adrenaline
De bijnieren maken adrenaline aan, deze stof wordt aangemaakt als je bang of boos bent, maar ook als je schrikt. 

Slide 16 - Tekstslide

Adrenaline
Onder invloed van adrenaline wordt glycogeen in de lever omgezet in glucose. Hierdoor stijgt het glucosegehalte van het bloed. Adrenaline zorgt er ook voor dat het hart sneller gaat kloppen en dat je sneller gaat ademen. Op die manier zorgt adrenaline ervoor dat je lichaam snel kan handelen in situaties van grote spanning. Adrenaline wordt als enige hormoon voor een korte periode. 

Slide 17 - Tekstslide

Werktijd
- Afmaken van de opdrachten van thema 5
- Vragen stellen
- Samenvatten
- Biologie met Joost kijken
- Elkaar overhoren

Kahoot aan het einde?

Slide 18 - Tekstslide