Les 1 Voeding

Les 1 Voeding
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 1 Voeding

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan?
GEZONDE VOEDING

Slide 2 - Woordweb

Wat levert het op?
GEZONDE VOEDING

Slide 3 - Woordweb

Verschillende eetpatronen
Vegetarisch. Als je vegetarisch eet, ben je een vegetariër. Vegetariërs eten geen vlees, gevogelte en vis of andere producten waarvoor ze dieren slachten.
Pescotariër: Naast vegetariërs heb je ook mensen die geen vlees eten, maar wel vis. 
Pollotariër: Pollotariër zijn mensen die geen vlees en vis eten, maar wel gevogelte. 

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende eetpatronen
Flexitarier: Als je flexitarisch eet, ben je een flexitariër. Flexitariërs eten wel vlees , gevogelte en vis, maar zij eten bewust minder vlees en vis. 
Vegan. Als je een vegan (veganist) bent, eet je uitsluitend plantaardig producten.

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende eetpatronen
Carnivoor: Als je vooral veel vlees eet. 
Glutenvrij: Mensen die glutenvrij eten, eten geen gluten. Dit kan doordat iemand coeliakie (intolerantie voor gluten) heeft of gevoelig is voor gluten.
Gluten is een eiwit dat voorkomt in granen als tarwe, rogge en spelt. Bij Coeliakie levert het eten van gluten op korte korte termijn hevige (buik)klachten en op lange termijn ernstige beschadiging aan de darmen (gluten maken de darmvlokken kapot). 

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende eetpatronen
Suikervrij: Wanneer je suikervrij eet, vermijd je zoveel mogelijk het eten van suiker. Sommige vermijden alleen geraffineerde suikers, anderen ook alle toegevoegde suikers en er zijn zelfs mensen die alle soorten suikers vermijden, zelfs natuurlijke suikers (uit fruit).
Suikervrij eten wordt gedaan uit gezondheidsredenen.

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende eetpatronen
Raw food: Mensen die 'raw' eten worden raw-foodisten genoemd en eten uitsluiten voedsel dat ongekookt en onbewerkt is, of niet verhit is boven de 42 graden. Op het menu staat vooral veel groente en fruit. Over dit eetpatroon word veel gediscussieerd. Het zou absoluut niet gezond zijn, met als gevolg een mogelijk tekort aan voedingstoffen en kans op ondergewicht.

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende eetpatronen
Paleo: Je eet onbewerkt voedsel uit de natuur en volgens het eetpatroon van vroeger. De oertijd, de tijd dat mensen nog jaagden en verzamelden, de tijd voor de komst van de landbouwindustrie. Paleo-aanhangers eten vooral groenten, fruit, vlees, vis, eieren en soms noten. Ze vermijden alle soorten granen. 

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende eetpatronen
Ayurveda: Een eetpatroon en een levenswijze, die het welzijn van mensen en hun gezondheid wil verbeteren door lichaam, geest en bewustzijn in balans te brengen. Deze balans is per mens verschillend en is afhankelijk van je basisenergie. Het eetpatroon wordt vaak vastgesteld op de levensstijl van individu. De focus ligt op een goede spijsvertering, het goed opnemen van voedingsstoffen, het verteren van voedsel en het afvoeren van afvalstoffen.

Slide 10 - Tekstslide

Welk eetpatroon heb jij?

Slide 11 - Woordweb

ongezonde voeding
gezonde voeding

Slide 12 - Sleepvraag

Gezond of toch niet?: Sleep de antwoorden!
Gezond
Ongezond
suikers
gefrituurd voedsel
noten, zaden en pitten
fastfood
Frisdrank
vette vis
onbewerkte voeding
weinig groente en fruit
fruit  
koekjes en repen
peulvruchten

Slide 13 - Sleepvraag

Gezond of toch niet?: Sleep de antwoorden!
timer
0:30
Gezond
Ongezond
Teveel sporten
Weinig nachtrust
Gevarieerde voeding
Fastfood
Teveel beeldscherm
Elke dag naar buiten
Suikervrije dranken
Weinig groente en fruit

Slide 14 - Sleepvraag

Gezonde voeding
Ongezonde voeding
Ongezouten noten
Vis
Eieren
Gezouten noten
Red bull
Broodje frikandel

Slide 15 - Sleepvraag

Maken portfolio
Blz. 6
Werk de opdrachten (1 t/m 9) netjes uit (digitaal).
blz. 7
Maak een reflectieverslag les 1 (evaluatieverslag). Geef antwoord op de 3 vragen. Zet de datum van de les op het verslag. 

Slide 16 - Tekstslide

Les 1. Opdracht 1 Zoek uit...
1. Zoek uit wat het eetpatroon is van iemand van 16 jaar en 22 jaar. Noteer beiden. 

Slide 17 - Tekstslide

Les 1. Opdracht 2 Zoek uit...
2. Wat zijn gezonde eetgewoontes?
Wat zijn de meest voorkomende ongezonde eetgewoontes onder jongeren?

Slide 18 - Tekstslide

Les 1. Opdracht 3 Zoek uit...
3. Wat kunnen de gevolgen zijn (op korte termijn en ook na jaren) van ongezond eten?

Slide 19 - Tekstslide

Les 1. Opdracht 4 Zoek uit...
4. Wat zijn de voordelen van gezond eten?

Slide 20 - Tekstslide

Les 1. Opdracht 5 Zoek uit...
5. Geef een korte uitleg over de 'schijf van vijf'?

Slide 21 - Tekstslide

Les 1. Opdracht 6 Zoek uit...
6. Wat kun je op school aan eten en drinken kopen? 
Zoek daarnaast uit wat het meest wordt verkocht?

Slide 22 - Tekstslide

Les 1. Opdracht 7 Zoek uit...
7. Geef 5 voorbeelden van: door jongeren gebruikte 'light' producten. 
Zijn ze gezonder dan 'gewone' producten, of niet? 
Leg uit waarom.

Slide 23 - Tekstslide

Les 1. Opdracht 8 Zoek uit...
8. Anorexia is een eetstoornis. 
Zoek uit wat het is en wie het kunnen krijgen.

Slide 24 - Tekstslide

Les 1. Opdracht 9 Zoek uit...
8. Boulimia is een eetstoornis. 
Zoek uit wat het is en wie het kunnen krijgen.

Slide 25 - Tekstslide

Les 1. Reflectieverslag
Je vindt deze uitleg ook op blz. 6-7 van je reader.
Schrijf een individueel reflectieverslag. Geef in je reflectieverslag antwoord op de volgende vragen:

Slide 26 - Tekstslide

Les 1. Reflectieverslag vragen
1. Wat zijn de 4 belangrijkste dingen die je over voeding hebt geleerd? Leg je antwoord steeds uit.
2. Eet jij zelf gezond? Leg uit wat je wel en niet gezond eet.
3. Ben je van plan om anders te gaan eten? Lef uit waarom wel/niet.

Slide 27 - Tekstslide

Einde les 1

Slide 28 - Tekstslide