7.2 Sociale stratificatie, sociale mobiliteit en de onderklasse

§7.2 Sociale stratificatie, sociale mobiliteit en de onderklasse
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§7.2 Sociale stratificatie, sociale mobiliteit en de onderklasse

Slide 1 - Tekstslide

Pagina 142
Wat leer ik dit hoofdstuk?

  • Ik wat sociale stratificatie, sociale mobiliteit en de   onderklasse zijn
  • Ik ken de gevolgen van sociale ongelijkheid 
  • Ik weet hoe sociale ongelijkheid wordt bestreden
Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Hoe noemen we de indeling van sociale lagen, waartussen ongelijkheid bestaat?
Hoe noemen we de indeling van sociale lagen, waartussen ongelijkheid bestaat? 
A
Maatschappelijke ladder
B
Klassensamenleving
C
Gesloten samenleving
D
Sociale stratificatie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale stratificatie

Slide 4 - Tekstslide

In Nederland wordt sociale stratificatie vaak beschreven op basis van bezit en inkomenssituatie, macht, status en opleiding hebben daar natuurlijk ook mee te maken.

In India is er sprake van een kastenstelsel. Mensen behoren tot een sociale laag op basis van hun afkomst (pagina 142/143).

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Open- en gesloten samenlevingen
Sociale mobiliteit is de mogelijkheid om te stijgen of te dalen op de maatschappelijke ladder: 




Weinig mogelijkheden hiervoor noemen we een gesloten samenleving, veel mogelijkheden hiervoor noemen we een open samenleving
De overheid probeert een open samenleving te bevorderen.

Slide 7 - Tekstslide

Benadruk hier dat India een gesloten samenleving is en Nederland een open samenleving. 


Hoe kan de overheid een open samenleving bevorderen?
Hoe kan de overheid een open samenleving bevorderen?

Slide 8 - Open vraag

Voorbeelden zijn: goed en betaalbaar onderwijs, toegankelijke zorg en voldoende werkgelegenheid. Maar ook de invoering van een vrouwenquotum is een voorbeeld.
Standen- en klassensamenleving
Samenleving gebaseerd op economische middelen, indeling van arbeiders en kapitaalbezitters

Weinig mogelijkheid tot sociale mobiliteit.
Standensamenleving
Klassensamenleving
Iemands positie als adel of horige stond bij de geboorte vast. 
Gesloten samenleving
Industrialisatie 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positietoewijzing
Maatschappelijke oorzaken van buitenaf zijn van invloed  op iemands positie in de maatschappij. 
Het verkrijgen van  maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon of een groep waartoe hij behoort.
Bijvoorbeeld: kwaliteit van onderwijs
Positieverwerving
Bijvoorbeeld: inzet op school

Slide 10 - Tekstslide

In India is vooral sprake van positietoewijzing en weinig positieverwerving. Dit zie je bijvoorbeeld terug in de invoering van quota die ervoor zorgen dat mensen uit verschillende kasten in overheidsdienst kunnen werken. 

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies




Gaat het in dit fragment over positietoewijzing of positieverwerving?
Gaat het in dit fragment over positietoewijzing of positieverwerving? 
A
Positieverwerving
B
Positietoewijzing
C
Geen van beide

Slide 13 - Quizvraag

Het antwoord is positietoewijzing, omdat het advies van Yunuscan te maken heeft met zijn taalvaardigheid. Deze is niet genoeg voor havo, omdat hij een basistaalvaardigheid heeft gemist in zijn opvoeding. Het gaat daarbij niet om zijn eigen bijdrage, maar om iets waar hij zelf niets aan heeft kunnen doen: de plek waar zijn wieg staat is van invloed geweest op de manier van (talige) socialisatie.
Kapitaal en positieverwerving
Kapitaal kan een middel zijn om een betere maatschappelijke positie te verwerven.
Er zijn 3 soorten kapitaal: 
1. Economisch: bezit of inkomen
2. Sociaal: connecties, netwerken, mate van respect.
3. Cultureel: culturele competenties zoals kennis, houdingen, opvattingen en smaak die kenmerkend zijn voor hoge posities.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoe kan sociaal kapitaal bijdragen aan positieverwerving?
Hoe kan sociaal kapitaal bijdragen aan positieverwerving?

Slide 15 - Open vraag

Antwoord: Sociaal kapitaal verwijst naar een sociaal netwerk en sociale vaardigheden. Beide kunnen het makkelijker maken om bijvoorbeeld (via je netwerk) een baan of  een stage te bemachtigen.
Sociale uitsluiting
Er is sprake van sociale uitsluiting bij meer dan 1 van de volgende bestanddelen: 
Beperkte sociale en politieke participatie, beperkte normatieve integratie, niet goed kunnen voorzien in elementaire levensbehoeften, geringe toegang tot sociale grondrechten. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Benadruk dat armoede een relatief begrip is en dat dit in Nederland een andere betekenis heeft dan bijvoorbeeld in India 
Huiswerk
Lees in lessonup de slides bij "zevenvinkjes"en beantwoord de vragen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies