JCL lesbrief kopen en werken 12

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma


nakijken bouwsteen 2.1 en 2.2, bespreken toets
Uitleg sparen en rente
Opgaven maken 3.1 tm 3.8
Afsluiting: wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je weet wat rente is en waarom er rente is
... je weet waarom mensen sparen
... je kunt berekeningen maken met enkelvoudige rente
... je kunt rekenen met procenten
... je kunt de mediaan van een reeks getallen bepalen
... je weet wat ruilen over de tijd betekent

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg
Pak pen & papier om aantekeningen te maken.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom sparen mensen?

Slide 5 - Woordweb

Ik spaar..... Wel of niet?
A
Wel
B
Niet

Slide 6 - Quizvraag

Spaardoelen:
  • Je spaart voor een doel
  • Je spaart uit voorzorg
  • Je spaart voor de rente
  • Je spaart voor onverwachte uitgaven

Slide 7 - Tekstslide

sparen
Sparen= het niet uitgeven van een deel van je inkomen
Je stelt je besteding uit=> nu minder consumptie om in de toekomst meer consumptie te hebben
Verplaatsen van consumptiemogelijkheden-> ruilen over de tijd

Slide 8 - Tekstslide

Mediaan
  • Het middelste getal van een reeks getallen
  • Bij een even aantal getallen het gemiddelde van de twee  middelste getallen 

Waarom? 
  • Een gemiddelde geeft soms een vertekend beeld, wanneer er een uitschieter in de reeks getallen is

Slide 9 - Tekstslide

Cijfers die heel groot of heel klein zijn hebben meer invloed op het gemiddelde dan op de mediaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

welke is de mediaan
6,9,13,20,22
A
6
B
13
C
9
D
20

Slide 11 - Quizvraag

3 redenen waarom je rente krijgt (hoort te krijgen) 
  1. Vergoeding voor ongemak: je kunt je geld nog niet uitgeven
  2. Vergoeding voor ter beschikking stellen aan derden: de bank leent je spaargeld uit tegen een hogere rente dan jij ontvangt en kan dus dankzij jouw spaargeld winst maken

Slide 12 - Tekstslide

Inflatie
Stijging van het prijspeil in een land (de prijzen gaan dus omhoog).

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

3 redenen waarom je rente krijgt (hoort te krijgen) 
  1. Vergoeding voor ongemak: je kunt je geld nog niet uitgeven
  2. Vergoeding voor ter beschikking stellen aan derden: de bank leent je spaargeld uit tegen een hogere rente dan jij ontvangt en kan dus dankzij jouw spaargeld winst maken
  3. Compensatie voor inflatie. Inflatie wil zeggen dat de prijzen stijgen. Als de prijzen stijgen kun je met hetzelfde bedrag minder kopen. Met je spaargeld zou je dus zonder rente minder kunnen kopen. Als de rente net zoveel is als de inflatie blijft de koopkracht van je spaargeld gelijk.


Slide 15 - Tekstslide

spaarrente en leenrente
Als je spaart krijg je rente van de bank. 
Als je leent betaal je rente aan de bank.
De rente is altijd de rente per jaar, tenzij anders aangegeven.

Hoe maakt de bank winst?

Slide 16 - Tekstslide

De bank geeft een spaarder bijvoorbeeld 1% rente.
De bank krijgt van een lener bijvoorbeeld 4% rente.
Het verschil tussen de leenrente en de spaarrente is de winst voor de bank!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Kim heeft een jaar lang € 160 op een spaarrekening
staan. Aan het einde van het jaar ontvangt ze € 1,20 rente. Bereken het rentepercentage op de spaarrekening
timer
1:30

Slide 20 - Open vraag

Deel van het geheel 
dus € 1,20 x 100% =  0,75%
     

het  deel    x 100 % 
geheel
€ 160

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Zelf aan de slag!   
Iedereen:
Lezen: paragraaf 3.1 Sparen
Maken: de vragen 3.1 tm 3.8

Versnellers:
Hoe zou je rente kunnen berekenen over  3 maanden?
Klaar?:
nakijken 3.1 tm 3.8
rood = Iedereen is stil
  

oranje = Je de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoelen:
... je weet wat rente is en waarom er rente is
... je weet waarom mensen sparen
... je kunt berekeningen maken met enkelvoudige rente
... je kunt rekenen met procenten
... je kunt de mediaan van een reeks getallen bepalen
... je weet wat ruilen over de tijd betekent

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk: 
volgende les
doornemen paragraaf 3.1
maken opdracht 3.1 tot en met 3.8
Pak je agenda!!

Slide 25 - Tekstslide