7.8 Energie

 7.8 Energie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

 7.8 Energie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
  1. Je kent de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering en mogelijke oplossingen daarvoor

Slide 3 - Tekstslide

BEGRIPPENLIJST
broeikaseffect
methaan
zeespiegelstijging
woestijnvorming
duurzame energiebronnen
LET OP
Dit zijn de begrippen die in de uitleg voor zullen komen. 

Dit zijn niet alle blauwe woorden uit de tekst. 

Je moet ze wel allemaal kennen en kunnen toelichten. 

Slide 4 - Tekstslide

In Spanje nam in 2006 de gierenpopulatie enorm snel af. Het grootschalige gebruik van de ontstekingsremmer diclofenac bij het vee was de boosdoener. Als de gieren kadavers van runderen eten die nog diclofenac bevatten, leggen ze het loodje. In zoogdieren wordt in 12 uur de helft van dit medicijn door de lever afgebroken. De gieren kunnen dit niet. Dit leidt uiteindelijk tot de dood.
Voor gieren is 8 mg diclofenac per kg lichaamsgewicht dodelijk. Runderen worden regelmatig behandeld met injecties van 1 mg diclofenac/kg lichaamsgewicht.
(2p)Leg uit dat diclofenac voor de runderen niet dodelijk is en voor de gieren wel.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het broeikaseffect?

Slide 6 - Open vraag

Toename CO2
  1. Fossiele brandstoffen liggen diep in de grond en zijn niet langer onderdeel van de koolstofkringloop.
  2. Doordat mensen de fossiele brandstoffen diep uit andere aardlagen halen en verbranden neemt de totale hoeveelheid CO2 toe.
  3. Die CO2 kan niet meer zo snel verdwijnen uit de kringloop

Slide 7 - Tekstslide

Methaan, broeikasgas #2
Methaan is 25x sterker dan 
CO2 en wordt uitgescheiden
door reducenten (bacteriën) :
  * Koeienscheten
  * Oude moerassen (toendra)
  * Afgebrand regenwoud

Slide 8 - Tekstslide

Het broeikaseffect
Broeikaseffect:
Het tegenhouden van warmtestraling door broeikasgassen.

Versterkt broeikaseffect:
Fossiele brandstoffen verbranden -> Toename koolstofdioxide in de dampkring
--> Meer warmte op aarde


Slide 9 - Tekstslide

Wat is geen(!) consequentie van de toenemende temperatuur van de aarde?
A
Meer regen
B
Zeespiegelstijging
C
Meer aardbevingen
D
Meer woestijnen

Slide 10 - Quizvraag

Woestijn of regenwoud?
In warme gebieden kunnen zowel tropische regenwouden als woestijnen onstaan. 

Bij het kappen van een regenwoud, komt er vaak een woestijn voor in de plaats (woestijnvorming)

Slide 11 - Tekstslide

Hoe zou je van woestijnen weer tropische regenwouden kunnen maken?
A
Door er pionierplanten te planten en de grond vast te leggen
B
Door er bomen te planten
C
Door de grond te bemesten
D
Door er veel water te storten

Slide 12 - Quizvraag

Overmatige aanvoer van stikstofverbindingen leidt tot sterke algengroei. Door deze sterke algengroei ontstaat een zuurstoftekort in het water.
Hoe ontstaat dit zuurstoftekort?
A
De algen maken alle zuurstof op met dissimilatie
B
De algen maken alle zuurstof op met assimilatie
C
Bacteriën maken alle zuurstof op met dissimilatie
D
Bacteriën maken alle zuurstof op met assimilatie

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Meningen over klimaatverandering
Lopen erg uiteen, maar altijd uitgesproken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Leerdoelen
  1. Je kent de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering en mogelijke oplossingen daarvoor

Slide 17 - Tekstslide

Ga aan de slag met de opdrachten van BST 7.8 Energie


Klaar? Ga je voorbereiden voor de oefentoets donderdag (heel thema 7 Ecologie)!

Slide 18 - Tekstslide