Lichaamstaal, gebaren, mimiek en stemgebruik

Lichaamstaal, gebaren, mimiek en stemgebruik
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Lichaamstaal, gebaren, mimiek en stemgebruik

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  •  Wij herhalen, leren en ervaren het belang van lichaamshouding en gebaren (lichaamstaal)
  • Je leert mimiek en emoties te herkennen en te benoemen
  •  Je leert over het het belang van het juiste stemgebruik en    stemgebruik aan emoties te koppelen

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over
lichaamstaal?

Slide 3 - Woordweb

Denk even terug aan het
spel beeldhouwer en standbeeld. Wat was moeilijk? Wat ging goed?

Slide 4 - Woordweb

OPDRACHT 1 (mimiek)
Kijk in duo's naar je emotie collage.
Welke emoties kan je goed herkennen?

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2 (mimiek)
Jullie kijken in duo's naar jullie emotie collages. Je legt beide collages naast elkaar. Persoon A beschrijft een van de foto's met eigen woorden en de andere persoon moet raden welke persoon A bedoelt. Daarna is B aan de beurt. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe ging het? Wat is goed gelukt?
Wat was moeilijk?

Slide 7 - Woordweb

Opdracht in groepjes van vier
Methodiek: Placemat
1e fase: Jullie kijken allen naar de mimiek collage van een van jullie en iedereen denkt individueel naar over uitdrukkingen en woorden die je zou kunnen gebruiken om de gelaatsuitdrukking te beschrijven. Je schrijft jouw ideeen op, dit mag desnoods ook in het Duits. 2e fase: Jullie denken samen erover naar welke uitdrukkingen je in het midden gaat opschrijven. Jullie mogen ook het internet raadplegen om erachter te komen hoe je bepaalde uitdrukkingen vertaalt. 
3e fase: Jullie schrijven de corrigeerde versie van je uitdrukkingen op de whiteboard. 

4e fase: Jullie krijgen allemaal de gehele collectie aan woorden om de mimiek te kunnen omschrijven. 

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen met de uitdrukkingen
Wij kijken samen naar de mimiek collage van een van jullie en oefenen met de woordenlijst.

Slide 9 - Tekstslide

Spel
Jullie zitten samen in groepjes van 3 of vier personen.
Iedereen vertelt 3 verhalen over iets wat je in het verleden wel of niet gebeurd is. Je vertelt 1 waarheid en een leugen en probeert het voor je publiek extra moeilijk te maken om de waarheid te raden.  Groepsvorming (toeval)

Slide 10 - Tekstslide

Per groep sturen jullie een persoon op de bühne.
Wie van jullie kon het beste liegen?

Slide 11 - Tekstslide

Wat welke technieken heb je gebruik gemaakt bij het liegen?
Denk aan lichaamshouding, mimiek en stem.

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

Wat heb je kunnen observeren op het vlak van communicatie?

Slide 14 - Tekstslide

Een van de doelen van vandaag:
Ik kan emoties/mimiek linken aan stemvolume.

Slide 15 - Tekstslide

Wat kon je in  de video zien ?

Hoe kun je stem en gezichtsuitdrukkingen met elkaar koppelen?

Slide 16 - Tekstslide

Volume
Je kunt fluisteren
Je kunt schreeuwen
Je kunt gewoon praten

Wat gebeurt er met de mimiek op je gezicht wanneer je steeds harder praat?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Praat er samen over
Wat gebeurde er met Bert's stem?

Wat gebeurde er met de mimiek van Bert?

Slide 19 - Tekstslide

Doe het lekker zelf! 
Ga in een kring staan en zeg samen de zin

meen je dat?

Doe dit van zacht naar hard in drie stappen. 
Voel eens wat er met je gezicht gebeurt.

Slide 20 - Tekstslide

Nu in tweetallen
Kies een zin en oefen van zacht naar hard in drie stapjes. 

Ik vind jou leuk
Wat gebeurt er?
Stop hiermee!
Ik doe mee!

Slide 21 - Tekstslide

Emoties en mimiek
Kies bij de zin een bijpassende emotie.
Welke mimiek en emotie past er bij jullie tekst?

Oefen samen vijf minuten, 
daarna laten we het aan elkaar zien. 

Slide 22 - Tekstslide

Bespreek samen
Welke mimiek past er bij boos?
En bij verdrietig, blij of zenuwachtig?

Wat is de invloed van mimiek in theaterspel?
Heeft stemvolume te maken met mimiek?

Slide 23 - Tekstslide

Hoe horen we een emotie ?
Doe effe normaal jij
Doe effe normaal jij 1

Slide 24 - Tekstslide

Presenteren: eng of niet
Eng
Soms eng
Niet eng

Slide 25 - Poll

Hoe presenteer je goed?

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Video

Stemgebruik
* Volume: of een tekst wordt gefluisterd of geschreeuwd maakt veel duidelijk. Hieraan gekoppeld is ook de emotie in de stem.
* Klankkleur: hoog stemmetje of gebromde bastonen
* Toonhoogte: Gebruik van veel of weinig variatie in toonhoogte . Bv om een vraag of een verrassing uit te drukken
 De snelheid waarmee wordt gesproken, traag of snel of onderbroken door pauzes en ‘gehum’
Accent:  volksjongen, straattaal, streekaccent 




Slide 28 - Tekstslide

Non-verbale uitingsmogelijkheden
Bij personages (spel) --> lichaam
 Mimiek
Gebaren
Houding
Met de houding en beweging van hun lichaam kunnen acteurs van alles uitdrukken. Een angstig persoon staat en beweegt anders dan iemand die vrolijk is. Ook de mimiek of gezichtsuitdrukking speelt een grote rol bij het tonen van emoties.



Slide 29 - Tekstslide

Verbale uitingsmogelijkheden

  • Stemgebruik
  • Taalgebruik
Acteurs kunnen hun stem op allerlei manieren gebruiken. Zo kunnen ze spelen met volume en tempo, een bepaald accent aannemen of verschillende intonaties in de tekst leggen. Daarmee brengen ze emoties over aan het publiek.


Slide 30 - Tekstslide

Stemgebruik
* Volume: of een tekst wordt gefluisterd of geschreeuwd maakt veel duidelijk. Hieraan gekoppeld is ook de emotie in de stem.
* Klankkleur: hoog stemmetje of gebromde bastonen
* Toonhoogte: Gebruik van veel of weinig variatie in toonhoogte . Bv om een vraag of een verrassing uit te drukken
 De snelheid waarmee wordt gesproken, traag of snel of onderbroken door pauzes en ‘gehum’
Accent:  volksjongen, straattaal, streekaccent 




Slide 31 - Tekstslide