Roofdieren




Roofdieren
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 29 min

Onderdelen in deze les




Roofdieren

Slide 1 - Tekstslide

1sk-c
Welkom
telefoon in bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.

timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 2 - Tekstslide

1sk-d
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.

timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 3 - Tekstslide

pak nu je agenda
Zoek De volgende les bio op:


isk c: do 22-5
isk d: ma 26 -5

Slide 4 - Tekstslide

toets iedereen eet
wat eten we vandaag,

het gebit
knagende muizen
een kat is een roofdier,
roofdieren
roofvogels en uilen

Slide 5 - Tekstslide

pak nu je agenda
Zoek De volgende les bio op:


isk c: di 1-4
isk d: ma 31-3

Slide 6 - Tekstslide

huiswerk
lees: blz. 4 "roofdieren"
maak: opdr. 1 t/m 6
waar: blz. 5
Maak een woordenschrift met de woorden van deze les.

Slide 7 - Tekstslide

doelen 
Je kent de volgende woorden
roofdieren, klauwen, vleeseters, alles eter, Jacht,

Slide 8 - Tekstslide

doelen 
Je weet waarom een kat een roofdier is.
Je weet welke eigenschappen een dier heeft die hem een roofdier maken.
je kan voorbeelden van roofdieren noemen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze les,

bespreken les
opdracht.

Slide 10 - Tekstslide

telefoon op zijn kop op tafel!

Slide 11 - Tekstslide

telefoon op zijn kop op tafel!
alleen in je hand bij een opdracht

Slide 12 - Tekstslide

WELKE ROOFDIEREN KEN JE?

Slide 13 - Woordweb

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet jij;
- Welke dieren roofdieren zijn
- Waar roofdieren zich mee voeden

Slide 14 - Tekstslide


Roofdieren

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Beren
Beren behoren tot de roofdieren. Ze eten echter niet alleen vlees, maar zijn alleseters. Sommige eten zelfs voornamelijk planten. Er zijn zeven soorten grote beren en 18 soorten kleine beren, waartoe de wasbeer behoort. De twee soorten pandaberen vormen een aparte groep.

Slide 17 - Tekstslide

Honden
Alle honden zijn roofdieren, zelfs het kleinste schoothondje. Zulke kleine dwergrassen komen in de vrije natuur niet voor. De mens heeft meer dan 400 hondenrassen gefokt. Tot de hondachtige roofdieren behoren de wolf, de prairiewolf, de vos en de jakhals. Bijna allemaal jagen ze voor hun plezier. Grote honden, zoals wolven, jagen in groepen, andere, bijvoorbeeld vossen, gaan alleen op jacht. Hierbij komen hun uithoudingsvermogen en reukzin goed van pas.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Civetkatachtigen
Er zijn ongeveer 75 soorten civetkatachtigen. Ze zien er merkwaardig uit. Vele doen ons denken aan onze huiskatten, anderen aan een marter of aan een vos. De meeste civetkatachtigen leven alleen. Ze wonen in bomen en komen, behalve de genetkat, alleen in Afrika en Azië voor. Enkele van deze roofdieren worden bijna een meter lang, anderen slechts 30 cm. Allemaal hebben ze een opvallend lange staart.

Slide 20 - Tekstslide

Katten
De familie van de katten kent 37 soorten. Ze zijn allemaal heel goed aangepast aan hun roofzuchtige leefwijze. Met hun scherpe ogen en neus zijn het prima jagers. Geluidloos besluipen ze hun prooi. Dan trekken ze hun klauwen in. Als ze aanvallen, steken ze hun klauwen juist uit: het slachtoffer kan niet meer ontkomen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Marters
Marters zijn kleine roofdieren. Ze komen voor in alle werelddelen en leven in bossen, bergen, de woestijn en langs het water. Er zijn ongeveer 65 soorten. Ze kunnen allemaal heel goed horen, zien en ruiken. Bovendien zijn ze bijzonder snel en behendig. Zo kunnen ze een prooi pakken, die vaak veel groter is dan zijzelf. 

Slide 23 - Tekstslide

Robben
De robben zijn de roofdieren van de zee. Ze gaan echter ook aan land. Deze zoogdieren zijn goed aangepast aan het water. Ze hebben vinnen in plaats van armen en benen. Als ze duiken, sluiten ze oren en neusgaten. Een dikke speklaag beschermt ze tegen afkoeling. Zo kunnen robben lange tijd in het water blijven en vis vangen.

Slide 24 - Tekstslide

Planteneters, vleeseters en alleseters
Indeling:
  • Herbivoren (planteneters):
   rups, konijn, nijlpaard
  • Carnivoren (vleeseters): poes, hond en wolf
  • Omnivoren (alleseters):
    mens en varken



Slide 25 - Tekstslide

ROOFDIEREN
roofdieren zijn altijd:

vleeseters (katten, Robben)
alleseters (Civetkatachtigen, honden, beren)

Slide 26 - Tekstslide

Vleeseters
  • Vleeseters (?) eten alleen dierlijk voedsel
  • Kort darmkanaal
  • Knipkiezen; scherpe kiezen om vlees te knippen
  • Brede bovenkaak; kiezen glijden langs elkaar
  • Grote hoektanden voor het doden van prooi en let losscheuren van stukken vlees

Slide 27 - Tekstslide

Verschillende eters 

Slide 28 - Tekstslide

Opdrachten
Opdrachten maken
blz. 

Slide 29 - Tekstslide