In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
§ 8.2 Frequentie
Slide 1 - Tekstslide
Je leert
hoe muziekinstrumenten verschillende tonen maken
welke tonen kun je horen
wat is het verband tussen een trilling en de toonhoogte
Slide 2 - Tekstslide
Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van
geluid
Slide 3 - Quizvraag
Toonhoogte
Snaren en Toonhoogte
De toonhoogte van een gitaar kun je makkelijk aanpassen. Dit doe je als je er muziek mee wilt maken, maar ook als je het instrument wilt stemmen.
Slide 4 - Tekstslide
Snaarinstrumenten
Hoe korter de snaar, hoe hoger de toon.
Hoe dunner de snaar, hoe hoger de toon.
Hoe strakker de snaar, hoe hoger de toon.
Slide 5 - Tekstslide
Toon en trilling
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen:
De snaar strakker spannen.
De snaar korter maken.
De snaar dunner maken.
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen:
De snaar losser spannen.
De snaar langer maken.
De snaar dikker maken.
Slide 8 - Tekstslide
Een lage toon heeft
A
veel trillingen
B
weinig trillingen
Slide 9 - Quizvraag
Stemvork
Een stemvork trilt als hij geluid maakt. Met een trilling bedoelen we in de natuurkunde een beweging die zich steeds herhaalt. Als je een been van een stemvork in slowmotion bekijkt zie je dat hij steeds heen en weer beweegt. Als je de stemvork
met rust laat, komen de
benen uiteindelijk tot
stilstand.
Slide 10 - Tekstslide
Trillingen
Met een trilling bedoelen we in de natuurkunde een beweging die zich steeds herhaalt.
Slide 11 - Tekstslide
Hoeveel trillingen staan er in de afbeelding?
Slide 12 - Open vraag
Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f.
Mensen kunnen niet alle frequenties horen. De frequenties die mensen kunnen horen liggen tussen de 20 en 20.000 Hz. We noemen dit het
frequentiebereik van het mensenlijk gehoor. Dit frequentiebereik wordt kleiner als we ouder worden. We horen dan steeds minder lage en
hoge tonen.
Slide 14 - Tekstslide
Frequentiebereik dieren
Slide 15 - Tekstslide
Trillingstijd/frequentie
Om iets te kunnen zeggen over de toonhoogte van een geluid, kun je kijken naar de frequentie (f) of de trillingstijd (T). Hoe hoger de frequentie , hoe groter het aantal trillingen per seconde.
Hoe groter het aantal trillingen per seconde, hoe hoger het geluid.
Bij een hogere frequentie duurt elke trilling steeds minder lang. Het is logisch dat frequentie en trillingstijd zoveel met elkaar te maken hebben.
In de formuledriehoek hiernaast zie je het verband tussen de trillingstijd en de frequentie.
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeeld
Een trillend voorwerp doet precies 30 ms over 1 trilling. Hoe groot is de frequentie van deze trilling?
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht 2
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht 2 - uitwerking
Slide 19 - Tekstslide
Aan het werk!
Maak de opgaven (blz. 21 t/m 24):
30, 32, 34, 35, 36, 37, 38, 40
timer
15:00
Slide 20 - Tekstslide
Frequentie is het aantal trillingen per
A
Minuut
B
Seconde
C
Uur
Slide 21 - Quizvraag
Een oscilloscoop maakt geluid ...
A
Hoorbaar
B
Zichtbaar
Slide 22 - Quizvraag
De benen van een stemvork bewegen in 10 seconden 660 keer heen en weer. Hoe groot is de frequentie?
A
660 Hz
B
6600 Hz
C
66 Hz
Slide 23 - Quizvraag
Hoe hoger de frequentie hoe ...... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter
Slide 24 - Quizvraag
Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar
Slide 25 - Quizvraag
De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de eenheid van frequentie?
A
Frq
B
Hr
C
Hz
D
Fq
Slide 27 - Quizvraag
Als de frequentie omlaag gaat, gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet
Slide 28 - Quizvraag
Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz
Slide 29 - Quizvraag
Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz
Slide 30 - Quizvraag
Een snaar maakt 15.000 trillingen per seconde, kan een mens dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee
Slide 31 - Quizvraag
Een oscilloscoop...
A
Kan geluid omzetten in een elektrisch signaal
B
Kan een elektrisch signaal omzetten in geluid
C
Werkt als een microfoon
Slide 32 - Quizvraag
Je leert
hoe muziekinstrumenten verschillende tonen maken
welke tonen kun je horen
wat is het verband tussen een trilling en de toonhoogte