Samengevat kunnen we dus zeggen dat jongeren meer zouden moeten sporten om gelukkiger te zijn.
Jongeren sporten te weinig, zo stelt de Nederlandse Bond van Gezond Leven. Onderzoek heeft uitgewezen dat jongeren gemiddeld één keer per week sporten, maar dit zou twee keer moeten zijn.
Tijdens het sporten komen er bepaalde stofjes vrij, waardoor je gelukkig wordt. Deze stofjes werken echter pas als je minstens twee keer sport.
Slide 3 - Tekstslide
Jongeren sporten te weinig, zo stelt de Nederlandse Bond van Gezond Leven. Onderzoek heeft uitgewezen dat jongeren gemiddeld één keer per week sporten, maar dit zou twee keer moeten zijn.
Tijdens het sporten komen er bepaalde stofjes vrij, waardoor je gelukkig wordt. Deze stofjes werken echter pas als je minstens twee keer sport.
Samengevat kunnen we dus zeggen dat jongeren meer zouden moeten sporten om gelukkiger te zijn.
Slide 4 - Tekstslide
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je hoe je de inleiding en het slot van een tekst kunt herkennen
Slide 5 - Tekstslide
We kijken naar een filmpje
Slide 6 - Tekstslide
De meeste teksten bestaan uit een inleiding, een middenstuk en een slot.
De inleiding, het eerste deel van een tekst, bestaat uit één of enkele alinea’s.
Slide 7 - Tekstslide
Een inleiding heeft twee functies:
de lezer nieuwsgierig maken naar de rest van de tekst; vaak gebeurt dat met een voorbeeld of een bijzondere vorm daarvan: een anekdote, een meestal grappig (waargebeurd) verhaaltje;
duidelijk maken wat het onderwerp van de tekst is; er worden bijvoorbeeld één of meer vragen gesteld, die verderop in de tekst beantwoord worden.
Slide 8 - Tekstslide
Het laatste deel van een tekst is het slot. Ook dit kan uit één of meer alinea’s bestaan.
In een slot vind je meestal een conclusie (de hoofdgedachte), vaak herkenbaar aan signaalwoorden als dus en daarom of een korte samenvatting, vaak herkenbaar aan signaalwoorden als kortom enal met al.
Slide 9 - Tekstslide
Daarnaast vind je soms:
een aanbeveling (een advies);
een aansluiting bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is;
een toekomstverwachting
Slide 10 - Tekstslide
Niet alle teksten hebben een ‘echt’ slot. Het duidelijkste voorbeeld van een tekst zonder afronding is een nieuwsbericht. Hierin staat het belangrijkste altijd in het begin van de tekst.
Het deel daarna geeft extra informatie.
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag
Maak opdracht 1 op bladzijde 36. We bespreken dit zo klassikaal.