Engels Les 1ab

Speaking English
            English

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Speaking English
            English

Slide 1 - Tekstslide

Today:
  • Practise words (starting activity)
  • Learn new grammar
  • Practise for test 

Practise test! (online)

Slide 2 - Tekstslide

Grammar of this chapter:
  • Past Simple
  • Degrees of comparison

Why do I have to know this? Well...

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekend comparison eigenlijk??

Slide 4 - Open vraag

Degrees of comparison.

Slide 5 - Tekstslide

short words:
+ er
+ est

Slide 6 - Tekstslide

Doubling
a cheetah is  a BIG cat.
a leopard is  BIGGER.
a lion is the BIGGEST.

Slide 7 - Tekstslide

Y -> ier/ iest
The man in red shorts is UGLY.

The man in purple shorts is UGLIER.

The man in white shorts is UGLIEST.

Slide 8 - Tekstslide

long words:
more ...
most ...
An Iphone is expensive.
A Ferrari is more expensive.
A villa is the most expensive.

ex-pen-sive

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebruik je bij de trappen van vergelijking van woorden van drie lettergrepen of langer?
A
er/est
B
more/most

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
big?
A
bigger - biggest
B
more big - most big
C
biger - bigest
D
bigier - bigiest

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
easy?
A
easier - easiest
B
more easy - most easy
C
easyer - easyest
D
easyr - easyst

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
famous?
A
famouser- famousest
B
more famous- most famous
C
famousser - famoussest
D
more famouser - most famousest

Slide 13 - Quizvraag

Trappen van vergelijking
My brother is the .............. boy I know.
A
tall
B
taller
C
tallest

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer gebruik je was en wanneer gebruik je were in het Engels?

Slide 15 - Open vraag

Was/were
I was
you were
he / she / it was
we were
you were
they were

Slide 16 - Tekstslide

was/were ontkennend en vragend:
I wasn't (was not)
you weren't
he wasn't
we weren't
you weren't
they weren't

was I?
were you?
was he?
were we?
were you?
were they?

Slide 17 - Tekstslide

Mike ....... alone. His sister was also at home.
A
was
B
wasn't
C
were
D
weren't

Slide 18 - Quizvraag

We .... at school yesterday
A
was
B
wasn't
C
were
D
weren't

Slide 19 - Quizvraag

I was home late, so my parents ..... very angry with me.
A
was
B
wasn't
C
were
D
weren't

Slide 20 - Quizvraag

My little sister ..... nice when she was young. She used to bully me.
A
was
B
wasn't
C
were
D
weren't

Slide 21 - Quizvraag

I .... very hungry when I came home. Luckily there was pizza!
A
was
B
were
C
wasn't
D
weren't

Slide 22 - Quizvraag

Ging het goed? Of vond je het juist lastig? Vertel dat hieronder

Slide 23 - Open vraag

Voor nu
Kies en werkblad waar jij aan wilt werken dit kan zijn:
  • Lezen (passend bij het hoofdstuk)
  • Was/were (grammatica)
  • Degrees of comparison (grammatica)


Slide 24 - Tekstslide