1.2 Botsen en Druk

1.2 Botsen en druk
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.2 Botsen en druk

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Herhalen vorige keer. 
Uitleg druk.
Zelfstandig werken. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1.2
- Je kan uitleggen wat druk is
- Je kan uitrekenen wat de druk, de kracht en de oppervlakte is met de vijf stappen
- Je kan de absolute druk uitrekenen
- Je kan verschillende gegevens in de BINAS opzoeken

Slide 3 - Tekstslide

1.2 Botsen en druk
Druk: de kracht van botsende moleculen op het oppervlak van de wand

Bewegen de moleculen in gasvorm meer of minder dan in vloeibare vorm?

Zorgt een gas voor meer of minder druk dan een vloeistof?

In een spuitbus zit er boven de vloeistof een gas, waarom denk je dat een gas een hogere druk uitoefent dan een vloeistof?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

1.2 Botsen en druk
druk = kracht/oppervlakte

P = F : A

Druk in N/m2
kracht in Newton
oppervlakte in m2

F = P x A
A = F : P

Slide 6 - Tekstslide

1.2 Botsen en druk
stap 1: schrijf de gegevens op die in de vraag staan (bijvoorbeeld de kracht en het oppervlakte)

stap 2: schrijf op wat je uit moet rekenen (bijvoorbeeld de druk)

stap 3: schrijf de formule op!!!!

stap 4: schrijf de berekening op!!!!

stap 5: schrijf je antwoord op met de juiste eenheid

Vergeet je een stap op de toets, dan mis je punten en heb je dus een lager cijfer

Slide 7 - Tekstslide

1.2 Botsen en druk
De kracht van botsende moleculen op een wand is 170 N. De oppervlakte van de wand is 0,40 m2. Bereken de druk op de wand aan de hand van de volgende stappen:
1. gegevens
2. gevraagd
3. formule
4. formule invullen
5. antwoord in de juiste eenheid

Slide 8 - Tekstslide

1.2 Botsen en druk
De kracht van botsende moleculen op een wand is 170 N. De oppervlakte van de wand is 0,40 m2. Bereken de druk op de wand aan de hand van de volgende stappen:
1. F = 170 N & A=0,40 m2
2. P
3. P = F : A
4. P = 170 : 0,40 = 425
5. De druk is 425 N/m2

Slide 9 - Tekstslide

1.2 Botsen en druk
De druk van een gas in een fles meet je met een manometer

Deze meet de druk die groter is dan de luchtdruk (overdruk)

Absolute druk = overdruk + luchtdruk

De druk van de lucht meet je met een barometer

Slide 10 - Tekstslide

1.2 Botsen en druk
In tabel 6 van de BINAS zie je enkele grootheden met eenheden
- Hier wordt druk in Pascal (Pa) weergegeven. 1 Pa = 1 N/m²
- een andere afgeleide eenheid van druk is millibar (mbar)
- 1 mbar = 100 Pa

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat?  Lees blz. 13 tot en met 15  en maak opgave 1 t/m 21. 
Hoe?  Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op. 
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
  • Je kan uitleggen wat druk is
  • Je kan uitrekenen wat de druk, de kracht en de oppervlakte is met de vijf stappen
  • Je kunt de absolute druk uitrekenen
  • Je kunt verschillende gegevens in de BINAS opzoeken
Klaar?  Nakijken!
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide