Beknopte bijzin

Beknopte bijzin
grammatica h4
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Beknopte bijzin
grammatica h4

Slide 1 - Tekstslide

doelen
  • Ik kan beknopte bijzinnen herkennen.
  • Ik kan foutieve beknopte bijzinnen verbeteren.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

hoofdzin/bijzin
hoofdzin = zelfstandige zin, onderwerp en pv staan naast elkaar
bijzin = afhankelijke zin, kan niet zonder de hoofdzin. onderwerp en pv staan niet naast elkaar of je kunt er iets tussen zetten.

Je moet niet meteen boos worden als hij een fout maakt.
Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaker gelogen heeft.

Slide 4 - Tekstslide

beknopte bijzin
Beknopt = je laat iets weg

Een beknopte bijzin heeft geen onderwerp  en geen persoonsvorm!

Een beknopte bijzin is alleen correct als het denkbeeldig onderwerp hetzelfde is als het onderwerp in de hoofdzin.

Slide 5 - Tekstslide

beknopte bijzin
Hoe te herkennen? In plaats van pv en onderwerp:
1. een voltooid deelwoord (Verslagen liepen de voetballers van het veld)
2. een onvoltooid deelwoord (Huilend rende de kleuter naar zijn moeder)
3. 'te' + infinitief (Na te hebben gewonnen, namen wij de beker in ontvangst)

Slide 6 - Tekstslide

Correcte beknopte bijzin
Na de computer te hebben opgestart, kon ik weer verder met mijn verslag.

beknopte bijzin: Na de computer te hebben opgestart
hoofdzin: kon ik weer verder met mijn verslag

Correct, want:  ow hoofdzin = denkbeeldig ow beknopte bijzin

Slide 7 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin
Na de computer te hebben opgestart, werkte alles weer.

beknopte bijzin: Na de computer te hebben opgestart
hoofdzin: werkte alles weer

Foutief, want:  ow hoofdzin is NIET denkbeeldig ow beknopte bijzin

Slide 8 - Tekstslide

even oefenen

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de beknopte bijzin:
Om die scooter te kunnen kopen, zul je nog even flink moeten sparen.
A
om die scooter te kunnen kopen
B
zul je nog even flink moeten sparen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de beknopte bijzin?
Liggend in het gras genoot ik van de warme zonnestralen.
A
Liggend
B
Liggend in het gras
C
genoot ik van de warme zonnestralen
D
warme zonnestralen

Slide 11 - Quizvraag

Liggend in het gras genoot ik van de warme zonnestralen.
A
correct
B
foutief

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de beknopte bijzin?
Na mijn mobiel te hebben opgeladen, was hij binnen twee uur weer leeg.
A
Na mijn mobiel
B
Na mijn mobiel te hebben opgeladen
C
was hij
D
was hij binnen twee uur weer leeg

Slide 13 - Quizvraag

Na mijn mobiel te hebben opgeladen, was hij binnen twee uur weer leeg.
A
correct
B
foutief

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de beknopte bijzin?
Na door de winkelier te zijn gereinigd, liep het oude horloge weer prima op tijd.
A
Na door de winkelier te zijn gereinigd
B
te zijn gereinigd
C
liep het oude horloge
D
liep het oude horloge weer prima op tijd

Slide 15 - Quizvraag

Na door de winkelier te zijn gereinigd, liep het oude horloge weer prima op tijd.
A
correct
B
foutief

Slide 16 - Quizvraag

tip
-Geef antwoord op de vraag: wie/wat + pv 
-Geef antwoord op de vraag: wie/wat doet iets in de bijzin?
-hetzelfde antwoord? -> dan goed
-verschillende antwoorden? -> dan fout

Lekker op het strand wandelend, blies de wind door Jims haren.

Slide 17 - Tekstslide

meer uitleg?
zie video-uitleg in de online omgeving

Slide 18 - Tekstslide

zelfstandig werken
 
Hoofdstuk 4: Beknopte bijzin (Grammatica):
maak de opdrachten

Slide 19 - Tekstslide