13.5 Reageren met behulp van hormonen

13.5 Reageren met hormonen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

13.5 Reageren met hormonen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
Korte herhaling
13.5

Slide 2 - Tekstslide

Orgaan 1
Orgaan 2
Orgaan 3
Hypothalamus
Hypofyse
Doelwitorgaan

Slide 3 - Sleepvraag

De hypothalamus produceert...
(blauwe pijl)
A
Releasing hormonen (RH)
B
Inhibiting hormonen (IH)
C
Zowel RH als IH
D
Geen van beide

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen we het fenomeen dat een hormoon zijn eigen aanmaak remt?

Slide 5 - Open vraag

Waardoor reageren alleen doelwitcellen op hormonen, en niet alle andere cellen ook?

Slide 6 - Open vraag

Leerdoelen 13.5
  • Je kunt de rol van hormonen bij de temperatuursregulatie beschrijven
  • Je kunt de rol van hormonen beschrijven bij:
    -    waterbalans
    -  energietekort
    -  O2 tekort

Slide 7 - Tekstslide

Regelkring TSH
  • Door kou/psychische belasting/fysieke belasting wordt hypothalamus gestimuleerd en TRH afgegeven. 
  • Hypofyse gaat TSH afgeven waardoor schildklier T4 en T3 aanmaakt.
  • T4 moet omgezet worden in T3 door lever. 
  • T3 bindt aan receptor waardoor glucose- en vetverbranding gestimuleerd wordt. Hierdoor stijgt de kerntemperatuur. 

Slide 8 - Tekstslide

TSH-regelkring

Slide 9 - Tekstslide

Negatieve terugkoppeling
  • Door een toename van de concentratie T3 geeft de hypothalamus minder TRH af. 
  • Hierdoor wordt er minder TSH en dus minder T3 en T4 afgegeven. T3 remt dus zijn eigen productie.
  • De hypothalamus geeft ook minder TRH af door de verhoging van de kerntemperatuur. 

Slide 10 - Tekstslide

TSH-regelkring

Slide 11 - Tekstslide

ADH-regelkring (H12)
Stijging van osmotische waarde van het bloed en lagere bloeddruk wordt door osmoreceptoren in hypothalamus geregistreerd. Hierdoor wordt er ADH afgegeven door hypofyse en krijg je dorst. ADH zorgt ervoor dat er meer water uit de voorurine wordt gehaald en dat de spieren in bloedvatwanden samentrekken.

Slide 12 - Tekstslide

hoe werkt ADH?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Osmoregulatie

Slide 15 - Tekstslide

Eetcentrum
Verschillende hormonen hebben invloed op het eetcentrum.
  • NPY uit de hypothalamus stimuleert het eetcentrum
  • net als ghreline uit de maag.
  • Insuline remt juist het eetcentrum.

Het verzadegingscentrum zorgt ervoor dat je niet door blijft eten en remt het eetcentrum.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

EPO
  • Als je heel actief bent, daalt het pO2 in je bloed. 
  • Je nieren gaan hierdoor EPO maken, wat ervoor zorgt dat er rode bloedcellen gevormd worden in het rood beenmerg. 
  • Als je meer rode bloedcellen hebt, kun je meer O2 opnemen en stijgt het pO2.

EPO gebruik in de sport: met meer rode bloedcellen heb je meer O2 en kan je het sporten langer uithouden

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Zelf verder werken
H13 afmaken

Slide 20 - Tekstslide