Kapitel 3 - Lektion 4 (3)

Kapitel 3 - Vorbereitung auf TW3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 3 - Vorbereitung auf TW3

Slide 1 - Tekstslide

Programm
  • Klettern: Karabiner
  • Grammatik C: werden/wurden/würden/
  • Grammatik: Kasus. Satzanalyse  
  • An die Arbeit .. 
__________________________________________________

Slide 2 - Tekstslide

Ich ... mit dem Hund in der Stadt spazieren.

Slide 3 - Open vraag

Welche Vögel ... ihr noch gerne sehen?
A
wurde
B
würde
C
wird
D
würdet

Slide 4 - Quizvraag

Aus dem kleinen Dorf... eine grosse Stadt.
A
wurde
B
würde
C
worden
D
wurdet

Slide 5 - Quizvraag

... du morgen mit mir Tischtennis spielen?
A
wirst
B
wurde
C
würdet
D
würdest

Slide 6 - Quizvraag

Solche Fotos ... auf dem Insta gesammelt.
A
werden
B
wurden
C
wurdet
D
würden

Slide 7 - Quizvraag

Was ... über diese Stadt erzählt?
A
würde
B
würden
C
wurde
D
wurden

Slide 8 - Quizvraag

Das Bild ... im Jahr 1980 gemalt.

Slide 9 - Open vraag

Warum .... ihr keine Ratten als Haustiere nehmen?
A
sollen
B
wurden
C
wurde
D
würdet

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

 Wiederholung: 
Grammatik ABDE

Satzanalyse (zinsontleding)

Slide 12 - Tekstslide

Welk zinsdeel staat in welke naamval? 
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
1e naamval
3e naamval
4e naamval

Slide 13 - Sleepvraag

Ontleden
We kunnen op twee manieren ontleden:
  • ontleden door vragen te stellen
  • ontleden door de hij/hem-regel toe te passen

Stufenplan:
  1.  gezegde                                       ->  alle werkwoorden in de zin
  2.  onderwerp                                  ->  1e naamval
  3.  lijdend voorwerp                      -> 4e naamval
  4.  meewerkend voorwerp         -> 3e naamval 

Slide 14 - Tekstslide

Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden?
A
WIE/WAT + gezegde
B
WAT + gezegde + onderwerp
C
AAN/VOOR WIE + gezegde + onderwerp

Slide 15 - Quizvraag

Bepaal de naamval van het omcirkelde zinsdeel.
Bijvoorbeeld: lijdend voorwerp - 4.

Ich habe Lust auf Obst.

Slide 16 - Open vraag

Bepaal de naamval van het omcirkelde zinsdeel.
Bijvoorbeeld: lijdend voorwerp - 4.

Wir brauchen noch eine Packung Reis.

Slide 17 - Open vraag

Bepaal de naamval van het omcirkelde zinsdeel.
Bijvoorbeeld: lijdend voorwerp - 4.

Am liebsten essen wir morgens Pfannkuchen.

Slide 18 - Open vraag

Bepaal de naamval van het omcirkelde zinsdeel.
Bijvoorbeeld: lijdend voorwerp - 4.

Der Bäcker gibt dem Kind ein Brötchen

Slide 19 - Open vraag

An die Arbeit
  1.  Aufgabe 8, 9 und 10 - Seite 125
  2. Aufgabe 11 - Seite 126



timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

SO Lektion 123 - Kapitel 3
Klassenarbeit Sehen und Hören
Bis Freitag! 

Slide 21 - Tekstslide