Taal Basis 1 pv-ow-wwg- zinsdelen

Taalles
-Huiswerk.
  • controleren
  • nakijken en verbeteren taalboekje
-Zinsdelen
  • waar en wanneer
  • hoe
-Zelfstandig oefenen.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalles
-Huiswerk.
  • controleren
  • nakijken en verbeteren taalboekje
-Zinsdelen
  • waar en wanneer
  • hoe
-Zelfstandig oefenen.

Slide 1 - Tekstslide

Taalboekje nakijken
Kijk je opdrachten na en verbeter je fouten.

Je doet dit met een andere kleur!

Slide 2 - Tekstslide

Puzzelmix 3
1. De haai/heeft/alweer/een slachtoffer/ gemaakt.
2. Waarom/heeft/mijn grootmoeder/mij/niets/nagelaten/
na haar dood?/
3. Op de Dam in Amsterdam/ heeft/ de minister-president/
een krans/ gelegd./
5. In de hagelbui/ werden/ we/ onderweg naar huis/ bekogeld/ met hagelstenen.

Slide 3 - Tekstslide

De drie stappen
1. De persoonsvorm> maak er een vraagzin van en de pv komt vooraan te staan.

2. Het onderwerp> wie/wat + persoonsvorm?

3. Het werkwoordelijk gezegde> alle werkwoorden in de zin.

Slide 4 - Tekstslide

Zinsdelen
Waar> plaats waar iets gebeurt.
Op school
In de file

Wanneer> wanneer er iets gebeurt.
Vanmorgen om 8 uur
Afgelopen weekend


Slide 5 - Tekstslide

Doel van deze les
-wat betekent het zinsdeel 'hoe'?
-hoe kom je dit zinsdeel in een zin tegen.


Slide 6 - Tekstslide

Zinsdeel: hoe
Ik loop

Slide 7 - Tekstslide

Wat kun je zeggen over hoe iemand loopt? Noteer dat woord.

Slide 8 - Open vraag

Het waait.
Wat kun je zeggen over hoe het waait?

Slide 9 - Open vraag

Zinsdeel 'hoe'
Ik loop hard.
ik/loop/hard/

Ik/ loop/ ontzettend hard/

Slide 10 - Tekstslide

Welk woord zegt iets over hoe:
Zij bakt snel een appeltaart.
A
zij
B
bakt
C
snel
D
een appeltaart

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord zegt iets over hoe:

De konijnen huppelen vrolijk door het bos
A
de konijnen
B
vrolijk
C
huppelen
D
door het bos

Slide 12 - Quizvraag

Het zinsdeel 'hoe'
Dus als je een 'hoe' in de zin tegenkomt, is dat een apart zinsdeel.

De konijnen/huppelen/vrolijk/ door het bos./

Slide 13 - Tekstslide

Pak je taalboekje
Ga oefenen met Puzzelmix 3 (tot 13.15)

-zin 7 t/m 15 (ook zinsdelen maken)
-Numo: grammatica

Afsluiting= Quizziz

Slide 14 - Tekstslide