Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Verleden tijd
Verleden tijd
1 / 39
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
ISK
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Verleden tijd
Slide 1 - Tekstslide
Tegenwoordige tijd (tt)
Ik
speel
voetbal
Ik
maak
mijn huiswerk
Ik
pak
mijn pen
Ik
ben
moe
Ik
kijk
televisie
Ik
slaap
op de bank
Verleden tijd (vt)
Ik
speelde
voetbal
Ik
maakte
mijn huiswerk
Ik
pakte
mijn pen
Ik
was
moe
Ik
keek
televisie
Ik
sliep
op de bank
Slide 2 - Tekstslide
Verleden tijd
Gisteren...
Vorige week...
Vroeger... (Раніше, في السابق, antigamente)
Ik
speelde
voetbal
Vroeger
speelde
ik
voetbal
Ik
slaap
op de bank
Gisteren
sliep
ik
op de bank
Slide 3 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden
(Z WW)
ik wer
k
- ik werk
te
ik spee
l
- ik speel
de
ik koo
k
- ik kook
te
ik pa
k
- ik pak
te
ik teke
n
- ik teken
de
Sterke werkwoorden
(S WW)
ik loop - ik liep
ik kijk - ik keek
ik kom - ik kwam
ik slaap - ik sliep
ik schrijf - ik schreef
Slide 4 - Tekstslide
ik maak - ik maakte
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 5 - Quizvraag
ik fiets - ik fietste
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 6 - Quizvraag
ik kijk - ik keek
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 7 - Quizvraag
ik bel - ik belde
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 8 - Quizvraag
ik loop - ik liep
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 9 - Quizvraag
ik eet - ik at
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 10 - Quizvraag
ik drink - ik dronk
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 11 - Quizvraag
ik leer - ik leerde
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 12 - Quizvraag
ik ben - ik was
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 13 - Quizvraag
ik heb - ik had
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
timer
1:00
Slide 16 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
Slide 17 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
hadden
Slide 18 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
hadden
hebben
sterk
Slide 19 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
kon
Slide 20 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
kon
kan
sterk
Slide 21 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
hadden
Slide 22 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
hadden
hebben
sterk
Slide 23 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
was
Slide 24 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
was
ben
sterk
Slide 25 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
woonde
Slide 26 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
woonde
woon
zwak
Slide 27 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
ging
Slide 28 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
ging
ga
sterk
Slide 29 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
zaten
Slide 30 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
zaten
zitten
sterk
Slide 31 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
was
Slide 32 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
was
ben
sterk
Slide 33 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
speelde
Slide 34 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
speelde
speel
zwak
Slide 35 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
plukten
Slide 36 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
plukten
plukken
zwak
Slide 37 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
waren
Slide 38 - Tekstslide
werkwoord verleden tijd
werkwoord tegenwoordige tijd
sterk of zwak?
waren
zijn
sterk
Slide 39 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2. Werkwoorden Verleden tijd
April 2024
- Les met
16 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6-8
Tegenwoordige tijd
January 2025
- Les met
15 slides
2. Werkwoorden Verleden tijd
April 2022
- Les met
17 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6-8
Imparfait - Verleden tijd
September 2022
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Les met
27 slides
door
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Werkwoordspelling 1kt
June 2019
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
3TLfa - di. 11/4/2023
April 2023
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
vraagwoorden
July 2023
- Les met
30 slides