Plusklas Etymologie

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 11 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

-Plusklas Etymologie en leenwoorden


Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kunt uitleggen hoe leenwoorden in een taal belanden.
- Je kunt de etymologie onderzoeken.

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Noteer zoveel mogelijk sporttermen
die het Nederlands heeft overgenomen uit het
Engels.

Slide 6 - Woordweb

Taalpuristen
Taalpuristen willen hun taal puur houden. Er mag zo min mogelijk invloed van buitenaf de taal verloederen, zoals Engelse woorden of straattaal.

Slide 7 - Tekstslide

De Nederlandse taal verloedert.
Ben je het hiermee eens of oneens?

Slide 8 - Open vraag

Noem woorden die met de computer te maken hebben die wij lenen uit het Engels

Slide 9 - Woordweb

Hoe komt het dat het Nederlands zoveel leenwoorden heeft?

Slide 10 - Open vraag

Leenwoorden
Door de verschillende culturen en ontwikkelingen in Nederland bestaat onze taal uit een mengsel van allerlei talen.
Die woorden noemen we leenwoorden.

Etymologie is de studie die onderzoek doet naar de herkomst van woorden en uitdrukkingen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

0

Slide 13 - Video

Etymologie
wat denken jullie dat etymologie betekent?

Slide 14 - Tekstslide

De etymologie van filosofie

In
het Grieks is het woord
philosophía (φιλοσοφία) een samenstelling van de woorden
voor liefde (φιλέω= ik houd van, φιλειν = houden van, φίλος = vriend, φιλία =
vriendschap) en voor wijsheid (σοφία = wijsheid).



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Zoek voor een woord uit hoe het ontstaan is.

Ga naar http://www.etymologiebank.nl

Slide 18 - Tekstslide

bedenk met je groepje zoveel mogelijk woorden die een buitenlandse herkomst hebben!

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Jongerentaal wordt gekenmerkt Door een eigen woordenschat. Welk onderstaand woord is het oudst?
A
Cool
B
Chill
C
Gaaf
D
Onwijs

Slide 21 - Quizvraag

Jongerentaal
C: gaaf (1973)

D: onwijs (1985)

A: cool (1989)

B: chill (2018)


Slide 22 - Tekstslide

0

Slide 23 - Video

Straattaal
- Omgangstaal onder jongeren (vooral in steden)
- Inlvoeden uit Marokkaans-Arabisch, Surinaams, Engels en Turks
- Wijkt af van de standaardtaal op het gebied van woordenschat, uitspraak en grammatica ('de meisje')

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Welke buitenlandse taal overheerst in de Amsterdamse straattaal?
A
Marokkaans-Arabisch
B
Sranantongo (Surinaams)
C
Papiaments
D
Turks

Slide 26 - Quizvraag

Nederlands als tweede taal
- Nederlands geen wereldtaal
- 24 miljoen sprekers (Engels 378 miljoen)




- NT2 = Nederlands als tweede taal

Slide 27 - Tekstslide

0

Slide 28 - Video

Veelgemaakte taalfouten 
1. Doe is normaal!
2. Hun gaan op de fiets naar school.
3. Me oma is morgen jarig.
4. Ik ken voetballen.
5. Een meisje die graag rokjes draagt.

www.netinnederland.nl 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video