10.2 Zwanger en bevallen

10.2 Zwanger en bevallen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10.2 Zwanger en bevallen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je leert:
wanneer een vrouw zwanger is
hoe een kind in de baarmoeder groeit
hoe de bevalling gaat
waarom zwangere vrouwen de baby laten onderzoeken
hoe een tweeling ontstaat

Slide 2 - Tekstslide

Het ontstaan van borsten is een .............. geslachtskenmerk
A
primair
B
secundair
C
tertiair

Slide 3 - Quizvraag

De jongen produceert zaadcellen. Het meisje produceert eicellen. Welke zijn er al vanaf de geboorte?
A
zaadcellen
B
eicellen
C
beide
D
geen van beide

Slide 4 - Quizvraag

Waar worden de geproduceerde zaadcellen van de jongen opgeslagen?
A
teelballen
B
bijballen
C
prostaat
D
eikel

Slide 5 - Quizvraag

Als een vrouw opgewonden wordt, wordt de vagina vochtiger. Welk onderdeel produceert dit vocht?
A
grote schaamlippen
B
kleine schaamlippen
C
clitoris
D
plasgaatje

Slide 6 - Quizvraag

Hoe lang duurt de gemiddelde menstruatiecyclus normaalgesproken?
A
20 dagen
B
21 dagen
C
28 dagen
D
30 dagen

Slide 7 - Quizvraag

Kun je de stopweek uitstellen of overslaan?
A
Ja, geen probleem
B
Ja, maar dit wordt niet aangeraden
C
Nee, dit is slecht voor je gezondheid

Slide 8 - Quizvraag

Kan een gesteriliseerde man nog klaarkomen?
A
Ja, maar er komt dan niks uit de penis
B
Ja, maar er komt dan alleen zaadvocht uit de penis
C
Ja, maar er komt dan sperma met dode zaadcellen uit de penis
D
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Opdracht zwangerschap
Maak een mindmap / schema over de zwangerschap.

Je begint bij de man met de zaadcellen die geproduceerd worden en bij de vrouw met de eicellen die rijpen. Deze twee schema's komen samen bij de bevruchting. Hierna ga je door met de innesteling, de ontwikkeling in de baarmoeder tot uiteindelijk de fases van de bevalling

- Je maakt dit schema op een A3
- Je mag alleen gebruik maken van vakjes, pijlen, begrippen en tekeningen
- Je mag dit alleen doen of in tweetallen
- Gebruik 10.1 en 10.2 uit je biologieboek

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

9 maanden zwanger

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

1. Ontsluiting

Slide 16 - Tekstslide

2. Uitdrijving

Slide 17 - Tekstslide

3. Nageboorte

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Waar vindt de bevruchting plaats?
A
eierstok
B
eileider
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemen we het nieuwe kindje in de eerste 12 weken?
A
foetus
B
embryo

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel navelstrengslagaders en navelstrengaders zitten er in de navelstreng?
A
1 slagader en 1 ader
B
1 slagader en 2 aders
C
2 slagaders en 1 ader
D
2 slagaders en 2 aders

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de volgorde van de bevalling?
A
ontsluiting - uitdrijving - nageboorte
B
uitdrijving - ontsluiting - nageboorte
C
ontsluiting - nageboorte - uitdrijving
D
uitdrijving - nageboorte - ontsluiting

Slide 24 - Quizvraag

Waar worden de cellen uitgezogen bij een vlokkentest?
A
het vruchtwater
B
de foetus
C
de placenta
D
de vagina

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel zaadcellen en eicellen zijn er betrokken bij het ontstaan van een eeneiige tweeling?
A
1 zaadcel en 1 eicel
B
1 zaadcel en 2 eicellen
C
2 zaadcellen en 1 eicel
D
2 zaadcellen en 2 eicellen

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel zaadcellen en eicellen zijn er betrokken bij het ontstaan van een twee-eiige tweeling?
A
1 zaadcel en 1 eicel
B
1 zaadcel en 2 eicellen
C
2 zaadcellen en 1 eicel
D
2 zaadcellen en 2 eicellen

Slide 27 - Quizvraag