LES 1: STARTOPDRACHT + VRIJHEID
1 / 23
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat zien jullie wat met het thema kiezen te maken kan hebben?
Slide 2 - Open vraag
Stel de volgende open vragen:
- Welke keuzes maak je als het om sporten gaat?
- Wat is je lievelingseten?
- Vind je dat je elke dag vette snacks mag eten?
- Kies je er liever voor om in een groepje te chillen, of ben je liever alleen?
- Wat vind je van de keuze van de scooterrijder om over het voetpad te scheuren?
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Je maakt elke dag keuzes. Je kiest bijvoorbeeld met wie je afspreekt, wat je aantrekt en wat je eet.
Laat de leerlingen nadenken over de keuzes die zij tot nu toe hebben gemaakt en bespreek het klassikaal.
“Ik laat belangrijke keuzes liever aan anderen over.”
EENS
ONEENS
Slide 5 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
“Iedereen moet de vrijheid hebben om zijn eigen keuzes te maken.”
EENS
ONEENS
Slide 6 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent
vrijheid voor jou?
vrijheid voor jou?
Slide 7 - Woordweb
Bespreek de antwoorden klassikaal aan de hand van de volgende vragen:
- Wat is er prettig aan vrijheid?
- Wat is een nadeel van te veel vrijheid?
- Wanneer heb je je het meest vrij
gevoeld?
- Wanneer heb je je het minst vrij
gevoeld?
Slide 8 - Tekstslide
Je kunt bijvoorbeeld kiezen wie je vrienden zijn. Ook kun je kiezen waar je je geld aan uitgeeft. Maar denk ook aan dat je de vrijheid hebt om je te kleden zoals jij wilt.
Schrijf de antwoorden op het bord.
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Video
Deze slide heeft geen instructies
'Als je echt vrij bent, mag je alles
zeggen wat je wilt'
zeggen wat je wilt'
EENS
ONEENS
Slide 11 - Poll
Deze stelling staat in het filmpje centraal.
Vraag de leerlingen of ze het eens of oneens met deze stelling zijn.
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deel de opdracht
Meningen en kwetsen uit.
Je kan de opdracht uitbreiden met de volgende vragen:
Wat zeg je als iemand jou met zijn mening kwetst?
Wat doe je als iemand jou met zijn mening kwetst?
Geef aan of je de uitspraak wel of niet mag zeggen:
Een man zegt op een feestje: ‘Buitenlanders zijn niet te vertrouwen.’
Een man zegt op een feestje: ‘Buitenlanders zijn niet te vertrouwen.’
WEL
NIET
Slide 14 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Geef aan of je de uitspraak wel of niet mag zeggen:
Een presentator zegt op tv: ‘Vrouwen kunnen niet autorijden.’
Een presentator zegt op tv: ‘Vrouwen kunnen niet autorijden.’
WEL
NIET
Slide 15 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Geef aan of je de uitspraak wel of niet mag zeggen:
Een meisje zegt tegen een klasgenoot: Je schoenen zijn echt lelijk.’
Een meisje zegt tegen een klasgenoot: Je schoenen zijn echt lelijk.’
WEL
NIET
Slide 16 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Geef aan of je de uitspraak wel of niet mag zeggen:
Een man zegt op straat tegen zijn vrouw: ‘Houd je bek!’
Een man zegt op straat tegen zijn vrouw: ‘Houd je bek!’
WEL
NIET
Slide 17 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Geef aan of je de uitspraak wel of niet mag zeggen:
Een leerling zet op Facebook: ‘Mijn docent is echt een sukkel.’
Een leerling zet op Facebook: ‘Mijn docent is echt een sukkel.’
WEL
NIET
Slide 18 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Ben je weleens gekwetst door de mening van een ander?
WEL
NIET
Slide 19 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een mening?
A
iets wat waar is
B
iets wat je vindt
C
iets wat je kunt controleren
D
iets wat niet waar is
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat wordt er bedoeld met vrijheid van meningsuiting?
Slide 22 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is kwetsen?
A
Hetzelfde als pesten
B
Een grapje met iemand uithalen
C
Iets zeggen of doen zodat een ander verdriet heeft
D
Rekening houden met andere
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
