KT quiz romeinen en grieken hst 3

Aan het werk
3.6 blz. 58 + 59+60 werkboek
Heel hst 3 leerboek.
ZF (zelfstandig fluisteren)

timer
5:00
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aan het werk
3.6 blz. 58 + 59+60 werkboek
Heel hst 3 leerboek.
ZF (zelfstandig fluisteren)

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Imperium Romanum
"Het Romeinse rijk"
Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Ik kan alle belangrijke begrippen uit de romeinse tijd benoemen en uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom was het Romeinse leger zo sterk?
A
Ze waren goed georganiseerd
B
Ze hadden al geweren
C
Ze waren met weinig soldaten
D
Ze hadden geen leger nodig

Slide 4 - Quizvraag

Wie was de opa van Romulus en Remus?
A
Alumius
B
Numitor
C
Vergilius
D
Julius

Slide 5 - Quizvraag

Wie was de vader van
Romulus en Remus?
A
Mars
B
Jupiter
C
Venus
D
Pluto

Slide 6 - Quizvraag

Wat waren Romulus en Remus van elkaar?
A
Neven
B
Broers
C
Buren
D
Niks

Slide 7 - Quizvraag

Julius Caesar was een...
A
Generaal
B
Keizer
C
Senator
D
Dictator

Slide 8 - Quizvraag

Was Julius Caesar een keizer?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Wie werd de opvolger van Julius Caesar?
A
Marcus Antonius
B
Augustus

Slide 10 - Quizvraag

Julius Caesar werd vermoord omdat
A
hij keizer wilde worden
B
hij te veel macht kreeg
C
hij brood en spelen organiseerde
D
hij Gallië veroverd had

Slide 11 - Quizvraag

Door wie is Julius Caesar vermoord?
A
Brutus
B
Augustus
C
Pompeius
D
Cleopatra

Slide 12 - Quizvraag

Republiek is:
A
Land met koning
B
Land zonder koning

Slide 13 - Quizvraag

Wat is democratie?

Slide 14 - Open vraag

Wie is de eerste keizer van het Romeinse Rijk?
A
Julius Caesar
B
Brutus
C
Augustus
D
Numitor

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent VENI VIDI VICI?
A
ik kwam, ik zag, ik overwon
B
ik viel, ik huilde, ik voelde me dom
C
ik zag, ik overwon, ik kwam
D
ik overwon, ik kwam, ik zag

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de taal van de romeinen?

Slide 17 - Open vraag

wat betekent limes?
A
soldaat
B
Romeinse weg
C
romeins drankje
D
grens

Slide 18 - Quizvraag

Paragraaf 3.3

Slide 19 - Tekstslide

Tijd van jagers en boeren
Tijd van Grieken en Romeinen
christenen 
farao 
hunebedden 
Olympische Spelen 
polis 
Prehistorie

Slide 20 - Sleepvraag

Wat waren de 'brood en spelen'
A
Aleen gratis voedsel voor alle armen in de stad
B
Middel om de bevolking rustig te houden met voedsel en vermaak
C
Gladiatoren die vochten voor een vrouw
D
Training voor Romeinse soldaten voordat ze oorlog gingen voeren

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een gladiator?
A
vechtende slaaf
B
Romeinse soldaat
C
legerleider
D
barbaar

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heet dit Romeinse gebouw?
A
Circus Maximus
B
Colloseum
C
Senaatsgebouw
D
Triomfboog van Trajanus

Slide 23 - Quizvraag

Schrijf zoveel mogelijk romeinse gebouwen op!

Slide 24 - Open vraag

Wat werd er gedaan in het Circus Maximus?
A
Hardloopwedstrijden
B
Gladiatorengevechten
C
Hondenraces
D
Paardenraces

Slide 25 - Quizvraag

wat is geen Romeins Bouwwerk?
A
Bassilica
B
Aquaduct
C
Colloseum
D
Piramide

Slide 26 - Quizvraag

Aan het werk
Maken alle paragrafen van dit hoofdstuk af. Ben jij klaar dan kies jij een van de extra opdrachten uit om te doen.

Slide 27 - Tekstslide

Welk tijdvak is dit?
A
Grieken en Egyptenaren
B
Grieken en Romeinen
C
Egyptenaren en Romeinen
D
Televisie en computers

Slide 28 - Quizvraag

De Grieken en Romeinen hadden..
A
een God
B
meerdere goden
C
twee goden
D
geen god

Slide 29 - Quizvraag

Juist
Onjuist
Een Grieks theater ziet er anders uit dan een Romeins theater
Griekse slaven waren leraren voor Romeinse kinderen
Een Romeins theater is rond
Een Griekse stad met land eromheen noemen we een polis

Slide 30 - Sleepvraag

Noem twee oorzaken waardoor het Romeinse Rijk zo groot kon worden?

Slide 31 - Open vraag

In welk tijdvak ontstond het christendom?
A
Jagers en Boeren
B
Grieken en Romeinen
C
Monniken en Ridders
D
Ontdekkers en Hervormers

Slide 32 - Quizvraag

Noem 3 Romeinse goden

Slide 33 - Woordweb