K.A. 29: Uitbouw van de Europese overheersing, driehoekshandel, abolutionisme
Kenmerkend aspect 29: Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4
In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Kenmerkend aspect 29: Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
Slide 1 - Tekstslide
Deze les:
+ Video slavernij
+ vragen over de video
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Van Indianen naar Afrikanen
Spaanse koning verbiedt in 1542 de slavernij van Indianen
Gevolg: slaven uit Afrika halen voor werk op plantages en mijnen
Dit was de start van de Transatlantische Slavenhandel, onderdeel van de Driehoekshandel
In 350 jaar maakten zo'n 16 miljoen tot slaaf gemaakten de oversteek, waarvan 11-12 miljoen het overleefden.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Waarmee ruilden de Nederlanders om slaven van de Afrikaanse stammen te kopen.
A
goud
B
geweren
C
kralen
D
katoen
Slide 7 - Quizvraag
Welke Nederlandse provincie deed het meest aan slavanhandel
A
Zeeland
B
Friesland
C
Noord-Holland
D
Zuid-Holland
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel procent van de slaven kwamen om tijdens de slavenhandel van de Nederlanders?
A
52%
B
3%
C
46%
D
13%
Slide 9 - Quizvraag
Europa
Afrika
Amerika
Sleep de producten naar het juiste werelddeel binnen de driehoekshandel
Spiegeltjes
Sierraden
Geweren
Slaven
Suiker
Katoen
Koffie
Cacao
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Welk product werd NIET vanuit Europa naar Afrika verhandeld?
A
textiel
B
wapens
C
katoen
D
alcohol
Slide 13 - Quizvraag
Hoe kwamen slavenhandelaren aan slaven?
Slide 14 - Open vraag
Waar is dit?
A
Ghana
B
Ivoorkust
C
Paramaribo
D
Amsterdam
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Deze bron is verspreidt door een abolitionist en hoeveel slaven precies aan boord waren, is niet bekend. Leg uit of deze bron betrouwbaar/representatief is.
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Video
Hoe noem je een kolonie die met name is gesticht voor de plantage-economie?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slaven kregen een brandmerk, zodat het duidelijk was wie de eigenaar was
Slide 23 - Tekstslide
Wat is het abolitionisme?
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Deze les:
+ deel uitleg
+ maken vragen Thema D. Slavernij. Deel 4 en 5
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Waarom was Frankrijk (aanvankelijk) één van het eerste land dat slavernij verbood?
Slide 29 - Open vraag
Waarom is alleen het afschaffen van slavenhandel niet voldoende voor het afschaffen van de slavernij?
Slide 30 - Open vraag
In de Verenigde Staten brak de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) uit tussen:
de noordelijke staten (waren voor afschaffing slavernij)
en zuidelijke staten (waren tegen de afschaffing)
Slide 31 - Tekstslide
Hoe kan je verklaren dat de zuidelijke staten tegen de afschaffing waren en de noordelijke staten voor?
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Video
Slide 34 - Video
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Slide 38 - Tekstslide
Wat vind jij? Moet Nederland nog excuses maken voor de Nederlandse rol in de slavernij? Leg uit