les 3 - kruisingen

les 3 - kruisingen
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

les 3 - kruisingen

Slide 1 - Tekstslide

timer
5:00
Ik ga beginnen in:
Welkom
Vandaag thema: B - & K 3.3



Klaar voor de les? :
1. Spullen gepakt?
- Pen 
- Schrift of papier
2. Als je moest, ben je naar de wc geweest?
Alles ja, dan nog even voor jezelf .

Slide 2 - Tekstslide

timer
10:00
Vandaag thema: B - & K 3.3



Zitten volgens de plattegrond

Slide 3 - Tekstslide

timer
6:00
Vandaag thema: B - & K 3.3



Zitten volgens de plattegrond

Slide 4 - Tekstslide

Les opbouw
Terugblik
Lesdoelen
Uitleg
Werktijd
Nabespreken
Einde les

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik

Slide 6 - Tekstslide

Rachel heeft lange wimpers, welk allel is dan recessief?

Slide 7 - Tekstslide

Rachel heeft lange wimpers, welk allel is dan recessief?
Korte
wimpers

Slide 8 - Tekstslide

Voor wimpers gebruiken we W voor dominant en w voor recessief. Wat is Rachel haar genotype voor haar wimpers?

Slide 9 - Tekstslide

Voor wimpers gebruiken we W voor dominant en w voor recessief. Wat is Rachel haar genotype voor haar wimpers?
Ww

Slide 10 - Tekstslide

Bij sommige mensen komt een gebogen pink voor. Het bovenste kootje van de pink wijst dan naar binnen (zie afbeelding ).
Het allel voor een gebogen pink (A) is dominant over het allel voor een rechte pink (a).
Welk genotype heeft iemand met een rechte pink?

Slide 11 - Tekstslide

Bij sommige mensen komt een gebogen pink voor. Het bovenste kootje van de pink wijst dan naar binnen (zie afbeelding ).
Het allel voor een gebogen pink (A) is dominant over het allel voor een rechte pink (a).
Welk genotype heeft iemand met een rechte pink?

aa

Slide 12 - Tekstslide

De uitleg

Slide 13 - Tekstslide

Les 3 - kruisingen
Basis:
-
Kader:
3.3

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:

Je kunt een kruisingsschema opstellen.

Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden.

Slide 15 - Tekstslide

Kruisingen
2 organismen samen nakomelingen laten krijgen

Slide 16 - Tekstslide

Generatie
alle organismen in één laag van een reeks voortplantingen

Jij en je broers en zussen zijn één generatie

Slide 17 - Tekstslide

Opschrijven van generaties
Bij een kruising schrijf je de eerste generatie op als: P

De eerste generatie schrijf je op als: F1

Kinderen van deze kinderen zijn: F2

Slide 18 - Tekstslide

Kruisingsschema
Een tabel met mogelijke allel combinaties bij een kruising.

Slide 19 - Tekstslide

Wat weten we nog?
  1. wat was een allel?
  2. Hoe schrijven we een dominant allel?
  3. Wat betekend homozygoot recessief?
  4. Welk soort allel zie je terug in het fenotype van een heterozygoot? 
timer
0:30

Slide 20 - Tekstslide

Hoe maken we een kruisingsschema?

Welke generatie wil je weten?
Wat weten we al over de generatie?
Wat weten we over de allelen?

Slide 21 - Tekstslide

Samen een kruisingsschema

Welke generatie wil je weten? 
  • welke vachtkleur heeft generatie F2
Wat weten we al over de generatie?
  • Het vrouwtje is homozygoot voor zwart
  • Het mannetje is homozygoot voor licht
Wat weten we over de allelen?
  • Zwart is dominant

Slide 22 - Tekstslide

Samen een kruisingsschema
  • Het vrouwtje is homozygoot voor zwart
  • Het mannetje is homozygoot voor licht
  • Zwart is dominant
Genotype vrouwtje:____ mannetje:____

Slide 23 - Tekstslide

Samen een kruisingsschema
  • Het vrouwtje is homozygoot voor zwart
  • Het mannetje is homozygoot voor licht
  • Zwart is dominant
Genotype vrouwtje: AA mannetje: aa
Alle nakomelingen hebben het genotype: ____

Slide 24 - Tekstslide

Samen een kruisingsschema
  • Het vrouwtje is homozygoot voor zwart
  • Het mannetje is homozygoot voor licht
  • Zwart is dominant
Genotype vrouwtje: AA mannetje: aa
Alle nakomelingen hebben het genotype: Aa

Dit is generatie F1

Slide 25 - Tekstslide

Samen een kruisingsschema
  • Alle organismen zijn heterozygoot.
Genotype vrouwtje: Aa mannetje: Aa
Nakomelingen hebben de genotypes: 
____
____
____

Slide 26 - Tekstslide

Samen een kruisingsschema
  • Alle organismen zijn heterozygoot.
Genotype vrouwtje: Aa mannetje: Aa
F2 heeft de genotypes: 
AA
Aa
aa

Slide 27 - Tekstslide

Samen een kruisingsschema
  • Alle organismen zijn heterozygoot.
Genotype vrouwtje: Aa mannetje: Aa
F2 heeft de genotypes: 
AA - 25% (1 van de 4)
Aa - 50% (2 van de 4)
aa - 25% (1 van de 4)

Slide 28 - Tekstslide

Verhoudingen
F2 heeft de genotypes: 
AA - 25% (1 van de 4)
Aa - 50% (2 van de 4)
aa - 25% (1 van de 4)

Genotypen (van meest dominant naar recessief)

AA : Aa : aa
1 : 2 : 1

Slide 29 - Tekstslide

Wat zijn de fenotypen?
F2 heeft de genotypes: 
AA - 25% (1 van de 4)
Aa - 50% (2 van de 4)
aa - 25% (1 van de 4)

Fenotype:
AA = _______
Aa = _______
aa = _______

Slide 30 - Tekstslide

Wat zijn de fenotypen?
F2 heeft de genotypes: 
AA - 25% (1 van de 4)
Aa - 50% (2 van de 4)
aa - 25% (1 van de 4)

Fenotype:
AA = Zwart
Aa = Zwart
aa = Licht

Wat is de verhouding?
___ : ___

Slide 31 - Tekstslide

Wat zijn de fenotypen?
F2 heeft de genotypes: 
AA - 25% (1 van de 4)
Aa - 50% (2 van de 4)
aa - 25% (1 van de 4)

Fenotype:
AA = Zwart
Aa = Zwart
aa = Licht

Wat is de verhouding?
3 : 1

Slide 32 - Tekstslide

Bij wie zijn er nog vragen?

Slide 33 - Tekstslide

Hoe geef je bij een kruising de ouders aan?

Slide 34 - Tekstslide

Hoe geef je bij een kruising de ouders aan?

met P

Slide 35 - Tekstslide

De ouders van de F2 zijn?

Slide 36 - Tekstslide

De ouders van de F2 zijn?
F1

Slide 37 - Tekstslide

Hoeveel generaties zijn P, F1 en F2 samen?

Slide 38 - Tekstslide

Hoeveel generaties zijn P, F1 en F2 samen?

3

Slide 39 - Tekstslide

Opdrachten




Ben je klaar? Laten zien.




  
timer
20:00
Is de tijd op? Dan nabespreken
A
3
3
1, 2, 4, 5

Slide 40 - Tekstslide

Hoe gingen de opdrachten?

Slide 41 - Tekstslide

Hoe vullen we een kruissingsschema in voor de volgende kruising:

Aa x aa

Slide 42 - Tekstslide

Hoe vullen we een kruissingsschema in voor de volgende kruising:

Slide 43 - Tekstslide

Wat is de verhouding van deze kruising?
___ : ___
___ : ___

Slide 44 - Tekstslide

Wat is de verhouding van deze kruising?
Aa : aa
2 : 2

Slide 45 - Tekstslide

Zou dit anders opgeschreven kunnen worden?
Aa : aa
2 : 2
Aa : aa
___ : ___

Slide 46 - Tekstslide

Zou dit anders opgeschreven kunnen worden?
Aa : aa
2 : 2
Aa : aa
1 : 1
Beiden kun je delen door 2

Slide 47 - Tekstslide

Afsluiting
Afmaken:


10
A
1
1
-
10
A
1
1
-
A

Slide 48 - Tekstslide