H7.3 Ecosystemen

Hoofdstuk 7 Ecologie
7.3 Ecosystemen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 Ecologie
7.3 Ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

Lezen blz. 138-140
Tekstbegripsvragen:
1. Wat betekend het begrip assimilatie?
2. Welke groep in de voedselkringloop is verantwoordelijk voor de koolstofassimilatie?
3. Welke groepen in de voedselkringloop doen aan voortgezette assimilatie?
4. Welke groepen in de voedselkringloop doen aan dissimilatie?
5. Welke groep in de voedselkringloop zorgt dat de producenten mineralen krijgen voor voortgezette assimilatie?


timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide

Keuze 1: Meedoen met uitleg meneer Floor

Na de uitleg nog tijd om te werken aan het huiswerk



Keuze 2: Zelfstandig aan de leerdoelen van 7.1 werken.

Optie 1: Samenvatting van 7.3
Optie 2: Opdracht  van  14 t/m 19 van 7.3

Aan het eind van de les moet je kunnen laten zien dat je één van de opties serieus hebt uitgevoerd! 

Heb je dat niet dan verspeel je jouw recht om te kiezen in de volgende lessen en verwacht ik dat je het volgende les alsnog af hebt.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt de voedselrelaties en de informatienetwerken in een ecosysteem beschrijven
  2. Je kunt de energiestroom door een ecosysteem beschrijven

Slide 4 - Tekstslide

Voedselketen
Een voedselketen geeft de voedselrelaties in een ecosysteem weer. De voedselketen geeft aan hoe een reeks populaties met elkaar verbonden zijn. 

Slide 5 - Tekstslide

Voedselweb
  • In een ecosysteem lopen diverse voedselketens door elkaar
  • De diverse voedselketens vormen dan een voedselweb

  • Planten beschermen zichzelf tegen vraat van insecten d.m.v. signaalstoffen. De signaalstoffen worden opgevangen door de planten in de omgeving die vervolgens gifstoffen produceren tegen de insecten.

Slide 6 - Tekstslide

Energiestromen
  • Elke schakel in een voedselketen heet een trofisch niveau.
  • In het eerste niveau bevinden zich de autotrofen. Zij produceren organische stoffen uit anorganische stoffen d.m.v. fotosynthese.
  • De autotrofen worden daarom de producenten genoemd.
  • De overige trofische niveau's worden consumenten genoemd.

Om de positie binnen de voedselketen aan te geven wordt in de trofische niveau's van de consumenten aangegeven in welke orde ze zitten.

  • De 1e groep consumenten worden de consumenten van de 1e orde genoemd. De 2e groep consumenten van de 2e orde etc. 

Slide 7 - Tekstslide

Consument 3e orde
Consument 2e orde
Consument 1e orde
Producenten
Fytoplankton
Kleine vissen
Leguaan
Slang
Toppredator

Slide 8 - Sleepvraag

Energiestromen
  • Opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen wordt assimilatie genoemd.
  • Bij assimilatie wordt energie vastgelegd.
  • De afbraak van grote organische moleculen naar kleine moleculen wordt dissimilatie genoemd. 
  • Bij dissimilatie komt energie vrij. 
  • Producenten kunnen glucose vormen vanuit anorganische stoffen. Dit noemen we koolstofassimilatie. 
  • Bij voortgezette assimilatie wordt van glucose nog grotere organische stoffen gevormd zoals vetten, eiwitten en koolhydraten.
  • Voor voortgezette assimilatie hebben planten en dieren mineralen nodig

Slide 9 - Tekstslide

Waar halen producenten de energie vandaan dat nodig is voor de koolstofassimilatie?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de chemische formule van fotosynthese?
+
+
H2O (water)
CO2 (koolstofdioxide)
C6H12O6 (glucose)
O2 (zuurstof)

Slide 11 - Sleepvraag

Energiestromen

Slide 12 - Tekstslide

Assimilatie
Dissimilatie
Verbranding
Opbouw
van o.a. glucose
Fotosynthese
Afbreken eiwit in losse  aminozuren

Slide 13 - Sleepvraag

Bespreken blz. 138-140
Tekstbegripsvragen:
1. Wat betekend het begrip assimilatie?
2. Welke groep in de voedselkringloop is verantwoordelijk voor de koolstofassimilatie?
3. Welke groepen in de voedselkringloop doen aan voortgezette assimilatie?
4. Welke groepen in de voedselkringloop doen aan dissimilatie?
5. Welke groep in de voedselkringloop zorgt dat de producenten mineralen krijgen voor voortgezette assimilatie?


Slide 14 - Tekstslide

Afvaleters
  • Dode resten van organismen kunnen worden gegeten door afvaleters (detrivoren). 
  • De afvaleters zijn net als alle andere dieren consumenten in de voedselketen.

Slide 15 - Tekstslide

Reducenten
De overgebleven dode resten worden door bacteriën en schimmels (reducenten) afgebroken tot anorganische stoffen (koolstofdioxide, water, mineralen). Dit proces heet mineralisatie. Producenten hebben de mineralen weer nodig voor de assimilatie. Reducenten sluiten dus de kringloop.

Slide 16 - Tekstslide

Kringloop van stoffen

Slide 17 - Tekstslide

Piramiden en stromen in ecosytemen
De organismen per trofisch niveau kun je weergeven in een ecologische piramide.

In de afbeelding zie je het aantal organismen en het totale gewicht van alle organische stoffen (Biomassa) per trofisch niveau.

Slide 18 - Tekstslide

Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 19 - Sleepvraag

Energiestroom
  • In een voedselpiramide wordt een deel van de biomassa doorgegeven aan het volgende trofische niveau.
  • Bij iedere stap gaat energie verloren door dissimilatie, afgestorven weefsel en onverteerd weefsel (ontlasting).

Slide 20 - Tekstslide

Maken opdracht 19 en 20
Na 10 minuten gaan we de opdrachten bespreken.

Ben je eerder klaar? Maak alvast opdracht 21!
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk

Leerdoelen:
  1. Je kunt de voedselrelaties en de informatienetwerken in een ecosysteem beschrijven
  2. Je kunt de energiestroom door een ecosysteem beschrijven

Slide 22 - Tekstslide