Les 11 Soorten reacties ,Toepassen en proefwerkopgaven

DEZE LES
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

DEZE LES

Slide 1 - Tekstslide

1+ 2+
4- 3- 2- 1-
  • lading van ionen

Slide 2 - Tekstslide

opdr 47 t/m 50
bespreken

Slide 3 - Tekstslide

  • a: reageert dan met zuurstof, dus oxidatiereactie
  • b: ... ZnS (s) + ... O2 (g) → ... ZnO (s) + ... SO2 (g)
  • b: 2 ZnS (s) + 3 O2 (g) → 2 ZnO (s) + 2 SO2 (g)

Slide 4 - Tekstslide

  • c: eerst een reactievergelijking opschrijven
  • c: ... ZnO (s) + ... X (y) → ... ZnSO4 (aq) + ... H2O(l)
  • c: Stof X moet dus nog S en H atomen bevatten
  • c: eventueel bevat X ook O atomen, Dalton

Slide 5 - Tekstslide

  • d: Bij stap 3 moet je elektrolyse toepassen.
  • d: Zinksulfaat ZnSO4 is een zout.
  • d: Een zout geleid de stroom niet in de vaste fase.
  • e: Het zink ion heeft een positieve lading. Het zink         ion neemt elektronen op, dus aan de - elektrode

Slide 6 - Tekstslide

  • a: zirkonium: periode 5, groep 4
  • a: hafnium: periode 6, groep 4

Slide 7 - Tekstslide

  • b: ZrO2(s) + 2 C(s) + 2 Cl2(g) → 2 CO(g) + ZrCl4(s)
  • b: HfO2(s) + 2 C(s) + 2 Cl2(g) → 2 CO(g) + HfCl4(s)
  • c: Beide atomen staan in dezelfde groep,
  •     dus hebben ze dezelfde eigenschappen

Slide 8 - Tekstslide

  • d: ZrCl4(s) + 2 Mg(s) → Zr(s) + 2 MgCl2(s)
  • e: zirkokoniumoxide bestaat uit een metaal en             uit een niet metaal deel, dus een zout.

Slide 9 - Tekstslide

  • f: chloride heeft de lading 1-, daar zijn er in totaal            4 van, dus 4-, van zirkonium is er maar 1 atoom,          die moet dan wel 4+ zijn (zout heeft geen lading)
  • geen toetsstof

Slide 10 - Tekstslide

  • a: S(s) + 3 F2(g) → SF6 (g)
  • b: 2 SF6 (g) → S2F10(g) + F2(g)

Slide 11 - Tekstslide

  • b: S8 + 4 Cl2 (g) → 4 S2Cl2(g)
  • c: De synthese (vormingsreactie),
  •     je hebt maar 1 reactieproduct
  • a: dizwaveldichloride

Slide 12 - Tekstslide

  • d: 2 S2Cl2(g) + 2 H2O (l)→  SO2(g) + 4 HCl(g) + 3 S(s)
  • e: Het reageert met water, waarbij gassen en                          een vaste stof ontstaan. De vaste stof zakt                            naar beneden

Slide 13 - Tekstslide

AFSLUITING

Slide 14 - Tekstslide