2 HV Voorbereiding PW chap 3

• Frans
• Middelbare school
• vmbo g, t, havo
• Leerjaar 2

Voorbereiding PW chap 3 

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Ce jean est très CHER

1. mooi
2. duur
3. klein
4. lelijk

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Tu connais L'HISTOIRE de ce magasin?

1. de naam
2. de stad
3. de geschiedenis
4. de kleur

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Il a acheté PLUSIEURS t-shirts.

1. meerdere
2. dure
3. minder
4. prachtige

Geef de vertaling van het woord in hoofdletters:
Vous avez de nouvelles CHAUSSURES?

Geef de vertaling van het woord in hoofdletters:
Cette robe est MOCHE

Geef de vertaling van het woord in hoofdletters:
Je vais PRENDRE ce jean

Geef de vertaling van het woord in hoofdletters:
Il ne veut pas DÉPENSER trop d'argent.

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Ma mère veut (PROBEREN) cette robe

1. dépenser
2. acheter
3. apprendre
4. essayer

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Il y beaucoup d'(TIENERS) voor de school

1. enfants
2. ados
3. gens
4. garçons

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters?
Je vais porter mon nouveau (TRUI)

1. pull
2. robe
3. vêtement
4. basket

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters:
Il est (VERSLAAFD) à la console

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters:
On a été au (WINKELCENTRUM)

Wat is de vertaling van het woord in hoofdletters:
Je déteste (DE WINTER)

Vertaal de zin:
Tu fais quelle taille?

Vertaal de zin:
Comment tu trouves ce jean?

Aanwijzend voornaamwoord

Welk aanwijzend voornaamwoord moet je gebruiken in het Frans als het woord ...........is

mannelijk enkelvoud

vrouwelijk enkelvoud

Meervoud 

Ce

Cette 

Ces

Cet

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Il a acheté des cadeaux. ____cadeaux sont pour sa famille.

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Mon père porte un pull noir. _____pull est très confortable.

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Sophie achète une robe. ______robe est rouge.

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Nous allons à l'école (v). ____école est énorme.

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:
Pierre vend des baskets. ______ baskets sont populaires.

Welk getal is dit?
Quatre-vingt-douze

Welk getal is dit?
Cent-vingt-sept

Welk getal is dit?
Soixante-seize

Welk getal is dit?
Cinq-cent-trente-cinq