woordenschat C6
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
le beurre
Slide 2 - Open vraag
een drank
A
un boisson
B
un peu
C
une boisson
D
une tartine
Slide 3 - Quizvraag
partir
Slide 4 - Open vraag
iedereen
A
le monde
B
tout le monde
C
à ce soir
D
puis
Slide 5 - Quizvraag
chaud(e)
A
warm
B
koud
Slide 6 - Quizvraag
prendre
Slide 7 - Open vraag
passer
A
eten
B
vertrekken
C
vertrekken
D
doorgeven
Slide 8 - Quizvraag
demi(e)
Slide 9 - Open vraag
mais
Slide 10 - Open vraag
debout (2 antwoorden)
A
rechtstaan
B
slapen
C
opstaan
D
vlug
Slide 11 - Quizvraag
le fromage
A
kaas
B
vlees
Slide 12 - Quizvraag
boire
Slide 13 - Open vraag
vrai
Slide 14 - Open vraag
une heure
Slide 15 - Open vraag
puis (2 antwoorden)
A
als
B
daarna
C
vervolgens
D
voor
Slide 16 - Quizvraag
un sac à dos
Slide 17 - Open vraag
de melk
A
le lat
B
le lit
C
le leit
D
le lait
Slide 18 - Quizvraag
une tartine
Slide 19 - Open vraag
als
A
combien
B
comme
C
comment
D
compter
Slide 20 - Quizvraag
waar
A
où
B
ou
