CH2.3 Moleculaire stoffen

CH2.2 verbindingen
CH2.3 Moleculaire stoffen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

CH2.2 verbindingen
CH2.3 Moleculaire stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemische bindingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moleculaire stoffen: namen en formules

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je stoffen met formules weergeven, weet je wat moleculaire stoffen zijn en kun je namen en formules maken van moleculaire stoffen.

Slide 4 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen leren.
Wat zijn moleculaire stoffen?
Moleculaire stoffen zijn stoffen die bestaan uit moleculen en hebben meestal een laag smeltpunt. Ze zijn over het algemeen niet oplosbaar in water.

Slide 5 - Tekstslide

Toon voorbeelden van moleculaire stoffen, zoals waterstofgas en zuurstofgas. Laat studenten de moleculaire structuur van moleculaire stoffen zien.
Wat weet je al over moleculaire stoffen?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn moleculaire stoffen?
Moleculaire stoffen zijn stoffen die bestaan uit moleculen. Denk bijvoorbeeld aan water (H2O) en zuurstofgas (O2). Deze stoffen bestaan alléén uit niet-metalen

Slide 7 - Tekstslide

Leg kort uit wat moleculaire stoffen zijn.
Moleculen
Moleculen bestaan uit atomen die aan elkaar vast zitten. In een molecuul zijn de atomen altijd in dezelfde verhouding aanwezig.

Slide 8 - Tekstslide

Laat een afbeelding zien van een molecuul en leg uit hoe een molecuul is opgebouwd.
Formules
Met behulp van (scheikundige) formules kun je stoffen weergeven. Zo is de formule voor water H2O en de formule voor zuurstofgas O2.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat formules zijn en geef voorbeelden van formules van moleculaire stoffen.
Namen van moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen hebben vaak namen die aangeven uit welke atomen de stof bestaat. Zo is waterstofchloride (HCl) een molecuul dat bestaat uit waterstof- en chlooratomen.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe namen van moleculaire stoffen zijn opgebouwd.
Formules maken
Met behulp van de namen van de atomen waaruit een moleculaire stof bestaat, kun je de formule van de stof maken. Bijvoorbeeld: stikstofmonoxide bestaat uit stikstof- en zuurstofatomen en heeft als formule NO.

Slide 11 - Tekstslide

Laat zien hoe je de formule van een moleculaire stof maakt aan de hand van een voorbeeld.
Namen maken
Met behulp van de formule van een moleculaire stof kun je de naam van de stof maken. Bijvoorbeeld: CO2 is een molecuul dat bestaat uit koolstof- en zuurstofatomen en heet koolstofdioxide.

Slide 12 - Tekstslide

Laat zien hoe je de naam van een moleculaire stof maakt aan de hand van een voorbeeld.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.