H2 - les herhaling 2

Voorbereiding REP H2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding REP H2

Slide 1 - Tekstslide

Op maandag heb je een saldo van € 43,40 op je bankrekening. Op woensdag betaal je met je pinpas een bioscoopkaartje van € 10,50. In de pauze koop je voor € 2,95 wat drinken en snoep. Op donderdag wordt € 25 bijgeschreven.
Bereken je saldo op vrijdag.


Slide 2 - Open vraag

Op maandag heb je een saldo van € 43,40 op je bankrekening. Op woensdag betaal je met je pinpas een bioscoopkaartje van € 10,50. In de pauze koop je voor € 2,95 wat drinken en snoep. Op donderdag wordt € 25 bijgeschreven.
Bereken je saldo op vrijdag.



€ 43,40 - € 10 - € 2,95 + € 25 = €55,45

Slide 3 - Tekstslide

Je hebt € 19,95 betaald voor een nieuw shirt. Het geld dat je verdiend hebt met babysitten (€ 12,50) wordt op je rekening bijgeschreven. Het saldo op je bankrekening is nu € 46,78.
Hoeveel was het vorige saldo op je bankrekening?

Slide 4 - Tekstslide

Je hebt € 19,95 betaald voor een nieuw shirt. Het geld dat je verdiend hebt met babysitten (€ 12,50) wordt op je rekening bijgeschreven. Het saldo op je bankrekening is nu € 46,78.
Hoeveel was het vorige saldo op je bankrekening?

A
€14,33
B
€39,33
C
€54,33
D
€79,23

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noemen we betalen via internet, met je bankpas of met je telefoon?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de juiste omschrijving van het begrip rente?
A
Een vergoeding die je krijgt als je jouw lening hebt afbetaald.
B
Een vergoeding die je betaalt om een spaarrekening te openen
C
Een vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaargeld.
D
Een vergoeding die je betaalt voor het gebruik van je pinpas.

Slide 7 - Quizvraag

Dilek heeft € 428 op haar spaarrekening staan. De bank geeft 1,4% rente.
Bereken welk bedrag Dilek na een jaar aan rente ontvangt.

Slide 8 - Open vraag

Dilek heeft € 428 op haar spaarrekening staan. De bank geeft 1,4% rente.
Bereken welk bedrag Dilek na een jaar aan rente ontvangt.

                          



? = 428 x 1,4 / 100 = €5,99  
100%
1,4%
€428
?

Slide 9 - Tekstslide

Gijs heeft € 4.500 op zijn spaarrekening staan. Hij krijgt
€ 72 aan rente.
Bereken hoeveel de rente is in procenten van het spaargeld.

Slide 10 - Open vraag

Gijs heeft € 4.500 op zijn spaarrekening staan. Hij krijgt
€ 72 aan rente.
Bereken hoeveel de rente is in procenten van het spaargeld.




               ? = 72 x 100 / 4500 
= 1,6
100%
€4500
€72

Slide 11 - Tekstslide

Welke functie van geld?
Silke legt elke maand € 50 opzij voor een nieuwe fiets.
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 12 - Quizvraag

Welke functie van geld? Robert vergelijkt een aantal telefoons en kiest uiteindelijk voor de telefoon van € 198.
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Mark en Jette willen zonnepanelen kopen. Voor dit doel lenen ze € 6.000. Ze spreken af dat ze de lening in 48 maanden terugbetalen.
Bereken welk bedrag ze totaal moeten terugbetalen.

Slide 15 - Tekstslide

Mark en Jette willen zonnepanelen kopen. Voor dit doel lenen ze € 6.000. Ze spreken af dat ze de lening in 48 maanden terugbetalen.
Bereken welk bedrag ze totaal moeten terugbetalen.

Slide 16 - Tekstslide

Geef antwoord op de vorige vraag:
Hoeveel moeten Mark en Jette in totaal terug betalen?

Slide 17 - Open vraag

Mark en Jette willen zonnepanelen kopen. Voor dit doel lenen ze € 6.000. Ze spreken af dat ze de lening in 48 maanden terugbetalen.
Bereken welk bedrag ze totaal moeten terugbetalen.






48 x €147 = €7056

Slide 18 - Tekstslide