Het verschil tussen typetjes en personages

Het verschil tussen typetjes en personages
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het verschil tussen typetjes en personages

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het verschil uitleggen en oefenen tussen typetjes en personages.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over typetjes en personages?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn typetjes?
Typetjes zijn karakters die worden gespeeld door acteurs, waarbij het accent ligt op de uiterlijke kenmerken en gedragingen van het personage.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldtypetje
Bekijk dit YouTube-fragment van een typetje: [link naar YouTube-video]

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn personages?
Personages zijn de fictieve figuren die een rol spelen in een verhaal, waarbij de nadruk ligt op de innerlijke wereld en ontwikkeling van het personage.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldpersonage
Bekijk dit YouTube-fragment van een personage: [link naar YouTube-video]

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen tussen typetjes en personages
Typetjes zijn vaak stereotype en hebben weinig diepgang, terwijl personages complexer zijn en een innerlijke ontwikkeling kunnen doormaken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met typetjes en personages
Speel in groepjes van twee een scène waarin een typetje en personage voorkomen. Bedenk zelf de personages en speel de scène voor de klas.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Wat vond je moeilijk aan het spelen van een typetje of personage? Wat heb je geleerd over de verschillen tussen typetjes en personages?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.