In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Thema 3
Bloedsomloop
Atheneum 3
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.1 - Bloed
3.2 - De bloedsomloop
3.3 - Het hart
3.4 - Uitscheiding
3.5 - Het immuunsysteem
3.6 - Gezond leven
3.7 - Weefselvloeistof en lymfe
3.8 - Bloedgroepen
Slide 3 - Tekstslide
Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.2 - De bloedsomloop
Herhaling
Slide 4 - Tekstslide
De bloedsomloop bij de mens is een dubbele bloedsomloop. Waarom noemen we het een 'dubbele bloedsomloop' ?
A
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer door het hart.
B
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer langs de longen.
Slide 5 - Quizvraag
Welk bloedvat is de slagader?
A
1
B
2
C
3
Slide 6 - Quizvraag
De slagader loopt altijd van ... naar ...
A
van het hart naar het orgaan
B
van het orgaan naar het hart
Slide 7 - Quizvraag
Aders hebben aderkleppen.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een ader...
A
Vervoert bloed naar het hart toe
B
Vervoert bloed van het hart weg
Slide 9 - Quizvraag
Haarvaten hebben:
A
De dikste wand
B
Een dikke wand, maar niet de dikste.
C
Een wand die uit 1 cellaag bestaat.
D
Geen wand.
Slide 10 - Quizvraag
Wat gebeurt er in de haarvaten?
A
Uitwisseling van zuurstof en CO2 met weefsels
B
Al het bloed verlaat de circulatie
C
Hier wordt het bloed zuurstofrijk gemaakt
D
Hier krijgt het bloed de blauwe kleur
Slide 11 - Quizvraag
Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.3 - Het hart
Slide 12 - Tekstslide
Doelen van deze paragraaf
Je kan onderdelen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen
Je kan beschrijven hoe een hartslag verloopt
Slide 13 - Tekstslide
Het hart
Slide 14 - Tekstslide
Het hart
Holle spier
Krans(slag)aders
Twee boezems, twee kamers
Harttussenwand
Slide 15 - Tekstslide
Hartkleppen
Halvemaanvormige kleppen
Slide 16 - Tekstslide
De hartslag
Slide 17 - Tekstslide
Hartslagmeting
Hartslagmeter -> aantal hartslagen per minuut
Van top tot top bijv. 0,8 seconden -> 60/0,8 = 75 hartslagen/minuut
Slide 18 - Tekstslide
Vragen?
Slide 19 - Tekstslide
Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden
Slide 20 - Quizvraag
Hiernaast zie je een afbeelding van het hart.
Waar bevindt zich zuurstofarm bloed?
A
1
B
2
C
4
Slide 21 - Quizvraag
Bloed uit je handen komt in de linkerboezem binnen via de...
A
Aorta
B
Onderste holle ader
C
Longslagader
D
Bovenste holle ader
Slide 22 - Quizvraag
Het bloed stroomt van een kuitspier via de longen weer terug naar dezelfde kuitspier. Het bloed gaat daarbij minstens tweemaal door het hart. Door welke delen van het hart stroomt het bloed hierbij achtereenvolgens?