Y3A - 24-6-2025

Leesvaardigheid
Je hebt 2 teksten op papier gekregen. 
De vragen zie je via je laptop, daar geef je ook het antwoord. 
Er zijn in totaal 14 vragen. 
Het doel is 10 of meer goed te hebben. 
Dit is een klassikale les, dus je werkt op het tempo van de klas.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid
Je hebt 2 teksten op papier gekregen. 
De vragen zie je via je laptop, daar geef je ook het antwoord. 
Er zijn in totaal 14 vragen. 
Het doel is 10 of meer goed te hebben. 
Dit is een klassikale les, dus je werkt op het tempo van de klas.

Slide 1 - Tekstslide

Voor je begint met lezen...
Voordat je begint met het lezen van een tekst kijk je eerst naar: 

- titel
- subtitels
- afbeeldingen
- vragen

Slide 2 - Tekstslide

Tekst 1
The man with the most world records

Wat weet je al over de tekst zonder hem te lezen?

Slide 3 - Tekstslide

When Ashrita was a child, he...

A
was good at sports.
B
dreamed of being in the Guinness Book of Records.
C
achieved his first world record.
D
met a record-breaking athlete.

Slide 4 - Quizvraag

When he was a child, he thought that...
A
one day he would achieve his dream.
B
everything is possible.
C
only good athletes could break records.
D
he would become a good athlete one day.

Slide 5 - Quizvraag

When Ashrita did the 24-hour bike race, he learned that...

A
training is important.
B
breaking records is easy.
C
anything is possible.
D
meditation is unnecessary.

Slide 6 - Quizvraag

Which activity did Ashrita do for his first world record?

A
meditating
B
cycling
C
jumping jacks
D
using a pogo stick

Slide 7 - Quizvraag

Which of these sentences is NOT true about Ashrita?

A
He failed his first record-breaking attempt.
B
His record-breaking activities are childish.
C
In one record, he carried a bottle on his head while cycling.
D
He doesn’t enjoy training for records.

Slide 8 - Quizvraag

Which sentence might Ashrita say?

A
“You don’t have to practise much to break records.“
B
“Doing the most forward rolls was easy!”
C
“Do what your mind tells you to do.”
D
“Anyone can break records.”

Slide 9 - Quizvraag

Tekst 2
What rainbows mean around the world


Wat weet je al over de tekst zonder hem te lezen?

Slide 10 - Tekstslide

In which paragraph do gods use the rainbow to send a message to people?
A
Ireland
B
Africa
C
Hawaii
D
Australia

Slide 11 - Quizvraag

In which paragraph do people hope to become rich with the help of the rainbow?
A
Ireland
B
Africa
C
Hawaii
D
Australia

Slide 12 - Quizvraag

Which paragraph talks about a place where only good people can go?


A
Hawaii
B
Scandanavia
C
Ireland
D
Australia

Slide 13 - Quizvraag

Which paragraph talks about an animal that helped build the world?


A
Hawaii
B
Scandanavia
C
Ireland
D
Australia

Slide 14 - Quizvraag

In which paragraph is the rainbow a sign that something important is coming?
A
Ireland
B
Africa
C
Hawaii
D
Australia

Slide 15 - Quizvraag

In which place there are often rainbows because of the weather?


A
Ireland
B
Africa
C
Hawaii
D
Australia

Slide 16 - Quizvraag

In which paragraph are rainbows a sign of good luck?


A
Hawaii
B
Scandanavia
C
Ireland
D
Australia

Slide 17 - Quizvraag

Which paragraph talks about where the gods live?


A
Hawaii
B
Scandanavia
C
Ireland
D
Australia

Slide 18 - Quizvraag

Rest of the lesson
You have finished the lesson!
Well done!


Slide 19 - Tekstslide