Rechten en plichten in de BPV

rechten
1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

rechten

Slide 1 - Woordweb

Plichten

Slide 2 - Woordweb

CAO=
Collectieve Arbeids Overeenkomst
Collectieve betekent

A
Voor werkgevers
B
Voor iedereen
C
Voor niemand
D
Voor werknemers

Slide 3 - Quizvraag

CAO=
Collectieve Arbeids Overeenkomst Arbeid betekent
A
Werk
B
Beweging
C
Anti Revolutionaire beiderspartij
D
Een evenement

Slide 4 - Quizvraag

CAO=
Collectieve Arbeids Overeenkomst
Overeenkomst betekent
A
Een verschil
B
Seriematig
C
Te laat komen
D
Afspraak

Slide 5 - Quizvraag

CAO=
Collectieve Arbeids Overeenkomst
betekent dus:
Afspraken over het Werk die gelden voor iedereen (werkgevers en werknemer)

Slide 6 - Tekstslide

Een werkgever is
A
De eigenaar van een bedrijf
B
Iemand die werkt voor een baas

Slide 7 - Quizvraag

Een werknemer is
A
De eigenaar van een bedrijf
B
Iemand die werkt voor een baas

Slide 8 - Quizvraag

Een schoenenwinkel hoort in de volgende branche
A
De Bouw
B
Industrie
C
Het winkelbedrijf
D
Boeren

Slide 9 - Quizvraag

Een timmerman werkt in de volgende branche
A
Bouw
B
Zorg
C
Winkel
D
Logistiek

Slide 10 - Quizvraag

Wie maken een CAO?
A
De werkgevers van een branche
B
De regering
C
De werknemers en de werkgevers samen
D
De werknemers van een branche

Slide 11 - Quizvraag

Voor de werkgevers: Werkgeversorganisaties
Voor de werknemers: Vakbonden

Slide 12 - Tekstslide

De vakbonden willen in de CAO dat de lonen:
A
Dalen
B
Gelijk blijven
C
Stijgen
D
worden afgeschaft

Slide 13 - Quizvraag

De werkgeversorganisaties willen in de CAO dat de lonen:
A
Dalen
B
Gelijk blijven
C
Stijgen
D
worden afgeschaft

Slide 14 - Quizvraag