Les 5 AE2

Les 5 Algemene Economie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 5 Algemene Economie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
  • Het nationaal inkomen
  • Het nationaal product
  • Hoe meet je het nationaal     inkomen?
  • Toegevoegde waarde
  • Bruto Nationaal Product (BNP) en  Netto Nationaal Product (NNP)


Slide 3 - Tekstslide

Nationaal inkomen
  • Het inkomen dat alle mensen in een land samen verdienen.
  • Is niet geld dat je kunt krijgen als uitkering of als subsidie.

Slide 4 - Tekstslide

Nationaal Product
Totaal van alles wat de mensen in een land produceren.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe meet je het nationaal inkomen?
  • Tot het inkomen rekenen we wat de mensen in geld verdienen.

  • Je kunt op 4 manieren je inkomen verdienen: 

Slide 6 - Tekstslide

Inkomen verdienen
Manier #1
Door te werken, daarvoor krijg je loon (salaris).

Slide 7 - Tekstslide

Inkomen verdienen
Manier #2
Als je grond of gebouwen bezit en deze verhuurt. Hiervoor krijg je pacht (huur).

Slide 8 - Tekstslide

Inkomen verdienen
Manier #3
Door kapitaal te bezitten en deze uitgeleend te hebben. Hiervoor ontvang je rente.

Slide 9 - Tekstslide

Inkomen verdienen
Manier #4
Door (mede) eigenaar te zijn van een bedrijf. Hiervoor ontvang je winst.

Slide 10 - Tekstslide

Welke zaken hieronder moeten we tot het inkomen rekenen?
A
Huur die je krijgt omdat je een kamer verhuurt.
B
Rente op een spaarrekening
C
De jackpot uit een fruitautomaat
D
Auto van de zaak

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Toegevoegde waarde
  • Hoeveel bedrijven hebben toegevoegd aan datgene wat ze hebben ingekocht.
  • Uit deze toegevoegde waarde ontvangen de productiefactoren hun beloning (pacht, lonen, rente en winst).
  • Nationaal inkomen = Nationaal product 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe bereken je de toegevoegde waarde?
Toegevoegde Waarde = Waarde van het verkopen - de waarde van de ingekochte grond- en hulpstoffen, halffabricaten en diensten van andere bedrijven.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maak opgave 4 (blz 73) en samen met docent nakijken.
  •  Maak opgave 5 (blz 73) en samen met docent nakijken.
  • Maak opgave 7 (blz 73) en samen met docent nakijken.

Slide 15 - Tekstslide

Bruto en netto nationaal product
Bruto Nationaal Product (BNP) = De totale productie inclusief de vervangingsinvesteringen.

Netto nationaal product (NNP) = de totale productie exclusief de vervangingsinvesteringen.

Slide 16 - Tekstslide

Aan het einde van de les weet je:
  • Dat het nationaal inkomen gelijk is aan het nationaal product
  • De 4 manieren om inkomen te verdienen.
  • De toegevoegde waarde te berekenen.
  • De bruto en netto nationaal product uit te leggen.

Slide 17 - Tekstslide

Zijn er vragen?

Slide 18 - Tekstslide