Methodisch werken

Lesdoelen
  • Herhaling theorie afgelopen periode
  • Toetsing afronden

Houd jouw toetsing erbij en check of je overal het juiste hebt!? 

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
  • Herhaling theorie afgelopen periode
  • Toetsing afronden

Houd jouw toetsing erbij en check of je overal het juiste hebt!? 

Slide 1 - Tekstslide

Methodisch werken

Slide 2 - Woordweb

Opdracht 1 
Uitleg over methodisch stappenplan met praktijkvoorbeelden en adviezen. 

Slide 3 - Tekstslide

Welk kenmerk hoort NIET bij methodisch werken?
A
Doelgericht
B
Systematisch
C
Eigen regie
D
Procesmatig

Slide 4 - Quizvraag

Methodisch en systematisch werken loopt volgens het cyclische model?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waarom is methodisch
werken belangrijk?

Slide 6 - Woordweb

Wat doe je in de 1e fase van methodisch werken?

Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
Beginsituatie beschrijven
Plan maken
Doelen formuleren
Geplande activiteiten uitvoeren en begeleiding bieden

Slide 7 - Sleepvraag

Waarom is methodisch werken belangrijk ?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het nadeel van systematisch en methodisch werken?
A
Niet voor alle doelen geschikt.
B
Je kan er niemand bij betrekken
C
Het belemmert de creativiteit
D
Ik heb geen idee.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het voordeel van systematisch werken en methodisch werken?
A
Het is effectiever. Grotere kans dat je doel slaagt.
B
Het is duidelijk voor jezelf maar niet voor iedereen.
C
beide antwoorden zijn goed.
D
Er zijn weinig voordelen aan.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Uit welke stappen bestaat de cyclus van methodisch werken?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Voordeel methodisch werken
• de kans op fouten afneemt, omdat je meer inzicht hebt in wat er gebeurt of moet gebeuren;
• je vooruit kijkt naar de te verlenen diensten;
• Jouw doelgroep en jij weten wat er verwacht mag worden;
• je beroepsmatig handelen beter geëvalueerd en evt verbeterd kan worden;
• er afstemming is tussen verschillende in het onderwijs betrokken organisaties, zodat alle betrokkenen een duidelijker beeld kunnen hebben van de werkzaamheden en het eigen aandeel daarin.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 2 
WAARNEMEN 
Beschrijf in je eigen woorden wat waarnemen is.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 3 
Observeren
Beschrijf in je eigen woorden wat observeren is.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 4 
Het verschil?!
Leg het verschil uit tussen waarnemen en observeren.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 5 
Toepassen 
Laat zien dat je het verschil begrijpt tussen objectief en subjectief.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Werken aan toetsing!!
De uitleg van de toets staat ook in de mail met de benodigde stappen. Zorg dat je volledig bent! 

(Zondag 29 juni is de deadline) 

Slide 25 - Tekstslide