Examentraining 2021 Opgave 2

Maatschappijwetenschappen Havo 2021 CSE vavo
Opgave 2
Irene de Valk
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MAWMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Maatschappijwetenschappen Havo 2021 CSE vavo
Opgave 2
Irene de Valk

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lees tekst 2 van de bijlage van het examen havo 2021

Slide 5 - Tekstslide

3p
Leg uit dat er sprake is van binding tussen digitale nomaden. Gebruik in je uitleg:
− de omschrijving van het hoofdconcept binding;
− twee typen bindingen;
− bij elk type binding een ander voorbeeld uit tekst 2.

Slide 6 - Open vraag

Gebruik regel 43 tot en met 49 van tekst 2.
In tekst 2 zegt Sokolova: “Nomad zijn is je identiteit.”
1p
11 Beargumenteer dat ‘digital nomad’ een identiteit is. Gebruik in je argumentatie:
− de omschrijving van het kernconcept identiteit;
− informatie uit regel 43 tot en met 49 van tekst 2 waaruit het
kernconcept identiteit blijkt.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is globalisering?
A
dat je over heel de wereld kan reizen
B
mensen over de hele wereld zijn steeds meer met elkaar verbonden
C
dat je niewgierig bent naar andere culturen

Slide 11 - Quizvraag

Globalisering =.....
A
Het samenkomen van mensen.
B
Een ander woord voor de temperatuurstijging van de aarde.
C
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie.
D
Dat de bevolking steeds sneller groeit.

Slide 12 - Quizvraag

Globalisering is ...
A
Het proces waarbij alle gebieden op de wereld steeds meer met elkaar verbonden worden.
B
Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen.
C
Het maken van goederen met behulp van machines in een fabriek
D
Alle bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is globalisering?
A
Lokaal verbonden voelen
B
Wereldwijd betrokkenheid
C
Globale wereldkaart
D
'Made in .. 'label

Slide 14 - Quizvraag

2p 9 Leg uit dat in het verschijnsel digitale nomaden een wereldwijde geglobaliseerde samenleving te
herkennen is. Gebruik in je uitleg:
− de omschrijving van het kernconcept globalisering;
− informatie uit tekst 2 waaruit globalisering blijkt.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Gebruik regel 43 tot en met 86 van tekst 2.
2p
12 Leg uit dat er sprake is van sociale cohesie in de gemeenschap van digitale nomaden. Gebruik in je
uitleg:
− de omschrijving van het kernconcept sociale cohesie;
− informatie uit regel 43 tot en met 86 van tekst 2 waaruit het
kernconcept sociale cohesie blijkt.

Slide 18 - Open vraag

Gebruik regel 72 tot en met 86 van tekst 2.
12 Er zijn verschillende factoren die de sociale cohesie kunnen bevorderen, zoals wederzijdse
afhankelijkheid.
2p Leg uit welke andere factor die de sociale cohesie kan bevorderen te herkennen is in
tekst 2. Gebruik in je uitleg een voorbeeld van deze factor
el 72 tot en met 86 van tekst 2.

Slide 19 - Open vraag

Wat is "Individualisering?"
A
Persoon is belangrijker dan de groep in de samenleving
B
Groep is belangrijker dan de persoon in de samenleving
C
Dat er meer afstand tussen groepen in de samenleving komt
D
Dat groepen in de samenleving overleggen voor een oplossing

Slide 20 - Quizvraag

Individualisering:

A
geeft mensen een sterker wij-gevoel.
B
ontstond toen de invloed van de kerk kleiner werd.
C
is hetzelfde als sociale cohesie.
D
zorgt ervoor dat er minder jongerenculturen zijn.

Slide 21 - Quizvraag

Gebruik regel 60 tot en met 86 van tekst 2.
14 In tekst 2 wordt een vergelijking gemaakt tussen digitale nomaden en de vorige generatie: de
generatie van hun ouders. In het leven dat digitale nomaden leiden in vergelijking met de vorige
generatie is het proces van individualisering te herkennen.
2p Noem twee kenmerken van het proces van individualisering die te
herkennen zijn in het leven dat digitale nomaden leiden in vergelijking met de vorige generatie.
− Geef bij beide kenmerken een voorbeeld uit regel 60 tot en met 86 van
tekst 2 waaruit het kenmerk blijkt.

Slide 22 - Open vraag

Welke dimensies van Hofstede ken je?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

Maak vraag 16 en vul je antwoord hieronder in.

Slide 25 - Open vraag

Gebruik tekst 2.
2p
Leg uit dat digitale nomaden beschouwd kunnen worden als een subcultuur. Gebruik in je uitleg:
− de omschrijving van het begrip subcultuur;
− informatie uit tekst 2 waaruit blijkt dat digitale nomaden beschouwd
kunnen worden als een subcultuur.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Gebruik tekst 2.
2p
Leg uit dat digitale nomaden in een ‘nomadenhub’ een groep te noemen zijn. Gebruik in je uitleg:
− een kenmerk van een groep;
− een voorbeeld uit tekst 2 waaruit dit kenmerk blijkt.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

18 1p Welke uitspraak over digitale nomaden is juist?
Digitale nomaden vormen een
A formele groep, want ze hebben geen vastomschreven hiërarchie.
B formele groep, want ze hebben vastomschreven doelen.
C informele groep, want ze hebben geen vastomschreven hiërarchie.
D informele groep, want ze hebben vast omschreven doelen.

Slide 30 - Open vraag