les 10 thema 6
1 / 10
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zij heeft een gouden hart.
wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
zij is een goed mens
B
zij is een slecht mens
C
gouden
D
hart
Slide 2 - Quizvraag
De man heeft stalen zenuwen.
En wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
En wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
hij kan nergens tegen
B
hij kan goed tegen enge dingen
C
stalen
D
zenuwen
Slide 3 - Quizvraag
Ik fluister zoete woordjes.
En wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
En wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
ik fluister suiker en snoep
B
ik fluister lieve woordjes
C
woordjes
D
zoete
Slide 4 - Quizvraag
Hij belooft gouden bergen.
En wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
En wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
iemand heel veel geld en rijkdom beloven
B
iemand zeggen dat je geen geld hebt
C
bergen
D
gouden
Slide 5 - Quizvraag
Haar leven hing aan een zijden draadje.
En wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
En wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
Het ging heel goed met haar
B
Het ging heel slecht met haar
C
zijden
D
draadje
Slide 6 - Quizvraag
lief en leed delen
A
alles delen met iemand
B
leuke en ook minder leuke dingen delen met iemand.
Slide 7 - Quizvraag
Hij springt een gat in de lucht.
A
letterlijk
B
figuurlijk
Slide 8 - Quizvraag
De lat te hoog leggen
A
letterlijk
B
figuurlijk
Slide 9 - Quizvraag
ik spring in het water
A
letterlijk
B
figuurlijk
